13
◆ Nog beschikbare batterijlading controleren ◆
Voordat u gaat
fotograferen
Schakel de camera in en overtuig u ervan dat in de LCD-monitor geen functiepictogram voor de
batterijlading (C
of V) zichtbaar is. Is geen van de functiepictogrammen zichtbaar, dan is de
batterijlading ruim voldoende.
1 De batterijlading is ruim voldoende.
2 De batterijlading is onvoldoende. Houd een
stel batterijen bij de hand.
3 De batterijen zijn uitgeput. Het LCD-venster
gaat op korte termijn op zwart waarna de
camera niet meer werkt. Vervang de batte-
rijen of laad ze op.
Het functiepictogram “
C
” verschijnt als een
klein pictogram aan de rechterrand van de LCD-
monitor. Het functiepictogram “
V
” verschijnt
als een groot pictogram middenin de LCD-monitor.
! Met de camera in de stand Fotograferen geldt bovenstaande informatie bij benadering. Afhankelijk van de camera-
functie en het gebruikte soort batterijen kan de overgang van “C
” naar “V” sneller plaatsvinden.
! Als de batterijen uitgeput raken,verschijnt het functiepictogram “V” en werkt de camera niet meer. Als dat gebeurt
is het nog wel mogelijk de camera te laten werken, door hem in te schakelen zonder nieuwe of volledig opgeladen bat-
terijen in de camera te zetten. Maar dat kan wel de juiste werking van de camera verstoren. De camera schakelt zich-
zelf dan bijvoorbeeld uit zonder de lens terug te trekken. Zet altijd nieuwe of volledig opgeladen batterijen in de came-
ra.
! Bepaald door de karakteristieke eigenschappen van de batterijen is het mogelijk dat bij koud weer de waarschuwing
voor te geringe batterijlading al snel verschijnt. Dat is normaal en wijst niet op een defect. Probeer de batterijen in uw
◆ Energiespaarschakeling ◆
Is de energiespaarschakeling geactiveerd en gebruikt u de camera op de een of andere manier gedu-
rende circa 30 seconden niet, dan schakelt deze functie bepaalde voorzieningen, zoals de LCD-monitor,
tijdelijk uit om het energieverbruik te verlagen (zie blz. 75 voor details). Wordt de camera dan nog eens
gedurende een bepaalde periode (2 minuten of 5 minuten) niet gebruikt, dan schakelt de energiespaar-
schakeling de camera helemaal uit. Wilt u de camera daarna weer inschakelen, dan draait u de camera-
schakelaar kortstondig in de stand “OFF” (Uit) en daarna weer in de stand Fotograferen of Weergeven.