87
6.1.3 Aansluiten op een computer
Het hoofdstuk “Aansluiten van de camera” beschrijft de wijze waarop u de camera met het bij de camera
geleverde USB-kabeltje (Mini-B) op uw computer aansluit en beschrijft de functies waarover u beschikt als
computer en camera op elkaar aangesloten zijn.
Treedt tijdens het overbrengen van beeldmateriaal een onderbreking in de voedingsspanning op, dan wordt het beeldma-
teriaal niet goed overgebracht. Gebruik, als u de camera op een computer aansluit, altijd de lichtnetadapter.
Raadpleeg hoofdstuk 5 als u de camera voor het eerst op een computer aansluit
Voordat u de camera op uw PC aansluit, moet u alle software installeren.
CD-ROM
(Software voor FinePix SX)
De functie DSC (Mass storage device = Apparaat voor massaopslag)
Met deze functie kunt u op eenvoudige wijze de op een xD-Picture Card opgeslagen beelden lezen, maar
daar ook op opslaan (zie blz. 88).
De functie PC CAM (PS Camera = Webcam)
Met deze functie is videovergaderen mogelijk tussen PC’s die via internet met elkaar verbonden zijn.
! Videovergaderen (“PictureHello”) is niet mogelijk met Macintosh-computers.
! Aansluiten is alleen mogelijk met een FUJIFILM-camera die over een “PC Camera” (Webcam) functie beschikt.
Voor meer informatie over het gebruik van de software
raadpleegt u “How to use FinePixViewer” (Hoe u FinePix-
Viewer gebruikt) in het Help-menu dat eveneens vanaf
de CD-ROM geïnstalleerd werd.
In het functiemenu SET-UP kunt u wisselen tussen
de functies “
¶
” en “
qPC
”.
Beelden
bekijken