103
• Vervang de batterijen door nieuwe of geheel
geladen batterijen.
• Zet de batterijen in de juiste stand in de camera.
• Sluit het deksel van het batterijcompartiment
goed.
• Steek de lichtnetadapter weer in het stopcontact.
• Vervang de batterijen door nieuwe of geheel
geladen batterijen.
• Houd de batterijen warm in uw jaszak of op een
andere warme plaats en zet ze vlak voordat u
gaat fotograferen terug in de camera.
• Wrijf de contacten schoon met een droge scho-
ne doek.
• Zet nieuwe batterijen in de camera.
• Zet een
xD-Picture Card in de camera.
• Zet een nieuwe xD-Picture Card in de camera
of wis een aantal overbodig geworden opnamen.
• Formatteer de xD-Picture Card.
• Reinig het contactvlak van de
xD-Picture Card
met een schone, droge doek.
• Zet een nieuwe xD-Picture Card in de camera.
• Schakel de camera weer in.
• Vervang de batterijen door nieuwe of geheel
geladen batterijen.
De flitser instellingen zijn beperkt omdat de camera
instellingen zijn aangepast aan de te fotograferen
scène. Kies voor een groter aantal flitser instellin-
gen een andere fotografische functie.
Kies een andere fotografische functie.
• Kies als flitserfunctie Auto, Onderdrukken rode
ogen of Invulflitsen (met sommige functies kan
de flitser niet worden gebruikt).
• Wacht tot de flitser geheel geladen is voordat u
de ontspanknop indrukt.
• Zet een stel nieuwe of geheel geladen batterij-
en in de camera.
Zet de functie repeterende opnamen op OFF (Uit).
• Stel in het functiemenu Fotograferen gevoelig-
heid 400 of minder in.
• Kies voor repeterende opnamen een functie
anders dan Langdurige repeterende opnamen.
• Zorg ervoor dat u binnen het effectieve flitsbe-
reik blijft.
• Houd de camera op de juiste wijze vast.
• Maak de lens schoon.
• Probeer de opname te maken op een afstand
van circa 2 m van het onderwerp.
• Schakel de macrofunctie uit.
• Selecteer de macrofunctie.
• Maak de opname met het AE/AF-geheugen.
Storingen opheffen
c
Controleer voordat u de camera ter reparatie aanbiedt, de volgende punten:
Probleem Oorzaak Remedie
• Batterijen uitgeput.
• Batterijen verkeerd in de camera gezet.
• Het batterijcompartiment is niet goed
gesloten.
• De stekker van de lichtnetadapter zit niet
meer in het stopcontact.
• De batterijen zijn uitgeput.
• De camera wordt bij erg koud weer
gebruikt.
• De contacten van de batterijen zijn vuil.
• De batterijen kunnen niet meer worden
opgeladen.
• U heeft geen
xD-Picture Card in de
camera gezet.
• De
xD-Picture Card is vol.
• De xD-Picture Card is niet geformatteerd.
• Het contactvlak van de xD-Picture Card
is vuil.
• De xD-Picture Card is beschadigd.
• De camera werd gedurende 2 minuten
niet gebruikt.
• De batterijen zijn uitgeput.
De functie SP (Motiefprogramma’s) is
geselecteerd.
Als fotografische functie is Auto, SP
(Motiefprogramma’s) of M (Handinstelling)
gekozen.
• De flitser is uitgeschakeld.
• Ontspankop ingedrukt terwijl de flitser
werd opgeladen.
• De batterijen zijn uitgeput.
De functie repeterende opnamen is inge-
steld.
• Als gevoeligheid is 800 (fotograferen met
hoge gevoeligheid) ingesteld.
• Voor repeterende opnamen is
"Langdurige repeterende opnamen"
ingesteld.
• Het onderwerp is te ver weg.
• U hield uw vinger voor de flitser of de flit-
sersensor.
• De lens is vuil.
• Het gefotografeerde onderwerp was te
donker.
• U heeft een ver verwijderd object gefoto-
grafeerd terwijl de camera in de stand
Macro stond.
• U heeft een close-up gemaakt zonder de
macrofunctie te selecteren.
• U probeert een onderwerp te fotografe-
ren dat niet geschikt is voor automatisch
scherpstellen (AF).
Geen elektrische voeding.
De voedingsspanning
schakelt uit tijdens
gebruik.
De batterijen raken snel
leeg.
Als ik de ontspanknop
indruk, wordt er geen foto
gemaakt.
De flitser instellingen zijn
beperkt en kunnen niet
worden geselecteerd.
Belichtingscompensatie is
niet mogelijk.
Fotograferen met de flit-
ser is niet mogelijk.
Alleen de flitserfunctie
"Flitser uit" is instelbaar.
De kwaliteit "6M" is niet
instelbaar.
Het weergegeven beeld is
te donker, ook van geflit-
ste opnamen.
Het weergegeven beeld is
wazig.