56 57
3
Geavanceerde technieken
Fotofuncties stilstaande beelden fotograferen
f Repeterende opnamen
Zet de cameraschakelaar in de stand “q” (fotogra-
feren).
Zet de functieknop in de stand fotograferen.
1 Houd de knop “D” ingedrukt.
2 Druk op de knop “DISP/BACK”.
In de monitor verschijnt het functiepictogram “ ”
en het onderwerp wordt helder verlicht weerge
-
geven.
Om weer de oorspronkelijke helderheid te herstellen:
1 Houd de knop “D” ingedrukt.
2 Druk opnieuw op de knop “DISP/BACK”.
Deze functie wordt na elke opname automatisch uit
-
geschakeld.
! Wordt deze functie geactiveerd, dan neemt de hoeveelheid
beeldruis in het monitorbeeld toe. Dat is normaal en heeft
geen nadelige invloed op het gefotografeerde beeld.
! Deze functie dient louter om de compositie van uw opname
te controleren. Het gefotografeerde beeld wordt er niet hel
-
derder door.
! Vergroot u bij weinig licht de helderheid van de monitor, dan
blijft het toch onmogelijk het gefotografeerde onderwerp te
controleren.
! Afhankelijk van het onderwerp is het mogelijk dat de kleur-
schakeringen afwijken.
h Lange reeksen repeterende opnamen
Beschikbaar bij de fotofuncties: B, , , m, ,, /
◆ Scherpstellen op een bewegend onderwerp ◆
Drukt u de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen op het onderwerp op beginpunt (A), dan zal dat onder-
werp niet langer scherp worden afgebeeld als het onderwerp punt (B) bereikt, waar u de opname wilt maken. In dergelijke
situaties stelt u tevoren scherp op punt (B) en houdt u de scherpstelling vast zodat die niet meer verloopt.
Deze techniek is ook heel goed bruikbaar bij het fotograferen van snel bewegende onderwerpen waarop moeilijk
scherpgesteld kan worden.
Met deze functie fotografeert u reeksen van 40 opeen-
volgende opnamen (met een snelheid van maximaal
1,1 beelden/s).
! Fotograferen van lange reeksen repeterende opnamen is niet
mogelijk met de functies “P”, “S”, “A”, “M” en “
r” (video).
! Bij gebruik van de functie lange reeksen repeterende opna-
men in combinatie met de zelfontspanner wordt maar één
beeld gefotografeerd.
Stelt u scherp op (A), dan is de scherpstelling op
punt (B) verkeerd.
Stel scherp op punt (B) en houd de
scherpstelling vast.
Punt waarop u uw onderwerp wilt fotograferen.Beginpunt
DICHTBIJVERAF
◆ Repeterende opnamen en flitsfotografie ◆
Selecteert u een van de functies voor repeterende opnamen, dan wordt als flitserfunctie “v” (flitser
uit) vast ingesteld.
Wordt de camera echter weer op normale fotografie ingesteld, dan wordt de flitserfunctie hersteld die
was ingesteld voordat de camera in de stand repeterende opnamen werd gezet.
Fotofuncties stilstaande beelden fotograferen
Helderheid van de monitor vergroten
Beschikbare fotofuncties:
B, , , m, ,, /, P, S, A, M
Dit is vooral een handige functie wanneer u bijvoorbeeld de beeldcompositie van een zwak verlichte scène
(synchronisatie met lange sluitertijd, enzovoort) wilt controleren.
1
2
3