33
8.7 Installatie:
• Het telefoonsnoer en de voedingsadapter alleen aan de telefoon aan-
sluiten of losnemen als de voedingsadapter uit het stopcontact en de
telefoonstekker uit de telefoonwandcontactdoos zijn genomen.
• Installeer de telefoon niet tijdens een onweersbui.
• Installeer geen telefoonaansluitpunt in een natte of vochtige omgeving.
• Raak geen ongeïsoleerde telefoon- of adaptersnoeren aan tenzij deze
zijn losgekoppeld van het telefoonnet of van de voeding.
8.8 Plaatsing:
• De telefoon wordt gevoed via een voedingsadapter. Op de plaats
waar de telefoon komt, moet dus ook een 230 Volt wandcontactdoos
aanwezig zijn.
• Bij voorkeur het toestel niet op met cellulose behandelde oppervlakken
plaatsen. De rubberen voetjes kunnen hierop sporen achterlaten.
• Plaats deze telefoon niet in de directe nabijheid van draadloze
telefoons, elektronische (medische) apparatuur, TL buizen en andere
gasontladingslampen.