54
•
Het apparaat kan zonder gevaar worden
gebruikt wanneer de onderdruk in de
opstellingsruimte van de stookplaats niet hoger
is dan 4 Pa (0,04 mbar).
Dit kan worden bereikt wanneer de voor de
verbranding benodigde lucht kan toestromen
door niet-afsluitbare openingen, bijv. in deuren,
ramen en luchttoevoer- of luchtafvoermuur-
kasten; of door middel van andere technische
maatregelen.
•
Men dient dus altijd voor een afdoende
luchttoevoer te zorgen.
•
Gebruik van alleen een toevoerlucht-
/afvoerluchtmuurkast is onvoldoende om binnen
de grenswaarde te blijven.
Opmerking: Bij de beoordeling moet rekening
worden gehouden met de totale ventilatietoestand
van de woning. Vraag voor de beoordeling het
advies van een vakbekwame schoorsteenveger.
•
Als de afzuigkap uitsluitend wordt ingezet met
circulatielucht, kan hij onbeperkt worden
gebruikt.
Speciale opmerkingen over
gaskooktoestellen
•
Bij montage boven gaskooktoestellen moeten
de geldende wettelijke nationale voorschriften
(in Duitsland bijv. de "Technische Regeln
Gasinstallation TRGI") worden nageleefd.
•
De geldende inbouwvoorschriften en -
aanwijzingen van de gasapparaatfabrikant
moeten worden nageleefd.
•
Bij de montage dient men eraan te denken dat
slechts één kant van de afzuigkap vlak naast
een hoge kast of een muur mag liggen. Anders
kan er een gevaarlijke opeenhoping van warmte
ontstaan. De afstand tot de muur of de hoge
kast moet minstens 50 mm bedragen.
ṇ RISICO VAN BRANDWONDEN
Gebruik niet meer dan twee gaskookzones tegelijk
op de hoogste stand gedurende meer dan
15 minuten. Door de inwerking van de hitte bestaat
er risico van brandwonden bij het aanraken van de
behuizing!
•
Denk eraan dat een grote brander met meer
dan 5 kW (wok) overeenkomt met het
vermogen van twee gasbranders.
•
Door de sterke inwerking van de hitte kan de
afzuigkap beschadigd raken.
•
Vlammen van gaskookapparatuur moeten altijd
met een pan zijn afgedekt. Regel de vlam
zodanig dat hij niet buiten de panbodem
uitkomt.