14
Alle hoofdfuncties van de stoomoven kunnen met
behulp van de beide draaiknoppen heel gemakkelijk
worden bediend.
Met de rechter schakelaar kunt u de temperatuur
instellen. Om het licht in de ovenruimte in te
schakelen dient de temperatuurschakelaar één slag
naar rechts te worden gedraaid.
U kunt de volgende temperaturen instellen:
Stomen, hete lucht 30 - 230 °C
Gisten 30 - 50 °C
Ontdooien 40 - 60 °C
Regenereren 60 - 140 °C
Wanneer er een temperatuur lager dan 70 °C wordt
ingesteld, blijft de verlichting in de ovenruimte
uitgeschakeld.
Met de linker schakelaar kunt u de ovenfunctie
instellen. De bovenste positie is stomen met 100%
vochtigheidsgraad.
Temperatuur en ovenfunctie
instellen
1 Draai de functieschakelaar tot de gewenste
ovenfunctie in de display verschijnt.
2 Zet de temperatuurschakelaar op de gewenste
temperatuur. Temperatuur, vochtigheidsgraad
en het symbool van de gekozen ovenfunctie
verschijnen in de display. De ovenverlichting
wordt ingeschakeld.
Het symbool opwarmen
f brandt totdat de
ingestelde temperatuur is bereikt. Het verschijnt
opnieuw als het apparaat weer gaat opwarmen. Als
de ingestelde temperatuur is bereikt, klinkt er een
signaal. U kunt het signaal met een willekeurige
toets uitschakelen.
Let op! Het signaal voor het opwarmen kan binnen
de basisinstellingen worden gedeactiveerd.
U kunt de temperatuur en de ovenfunctie op ieder
gewenst moment wijzigen.
Als het gerecht klaar is kunt u de stoomoven met
behulp van de temperatuurschakelaar uitschakelen.
De ovenverlichting gaat uit. De stand-by-display
verschijnt.
Let op!
Het apparaat spoelt kort bij het inschakelen.
Als links boven in de display het symbool
L
verschijnt en in plaats van de temperatuur drie
balkjes: Er is geen toevoer van vers water.
Controleer de watertoevoer.
Als in de display drie balkjes verschijnen in plaats
van de temperatuur: foutieve bediening. Controleer
of de temperatuurschakelaar en de
functieschakelaar goed zijn ingesteld.
Stoomoven instellen