6
Inschakelen:
Uitschakelen:
Inschakelen zonder kookzonevergroting
Draai de desbetreffende schakelaar naar links of
rechts op de gewenste vermogensstand (1-9).
De vermogensstanden zijn traploos instelbaar.
Let op!
Enkele seconden na het inschakelen van de kook-
zone licht in de restwarmte-display de bijbehoren-
de restwarmte-indicator op.
Uitschakelen:
Draai de schakelaar naar links of rechts op “0”.
Inschakelen met kookzonevergroting
– Draai de desbetreffende schakelaar naar links
over vermogensstand 9 heen op de stand
“kookzonevergroting” en daarna weer terug op
de door u gewenste vermogensstand.
Uitschakelen:
– Draai de schakelaar op 0.
Let op!
U kunt de schakelaars niet rechtstreeks vanuit de
stand “kookzonevergroting” op 0 zetten.
Vermogenstabel
0 UIT
1 Warm houden
2 Smelten, weken
3 Ontdooien, opwarmen
4 Gaar koken, doorkoken
5 Stoven, stomen
6 Smoren
7 Bakken, licht braden
8 Braden
9 Frituren, opkoken
Gebruik de hoogste vermogensstand alleen voor
opkoken en aanbraden. Schakel daarna altijd terug
naar een lagere vermogensstand.
3. Bediening
Deze tabel dient alleen als richtlijn. Afhankelijk
van de aard en de toestand van het gerecht,
alsmede de grootte en de vulgraad van de pan
kan meer of minder energie nodig zijn.