33
Plaatsen en aansluiten
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens
de voorschriften aangebracht, randgeaard
stopcontact op 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz
aansluiten. Zie het typeplaatje 9: voor
de vereiste zekering.
Het stopcontact moet zich in de buurt van het
apparaat bevinden en ook na het inbouwen
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Als de stekker niet gemakkelijk bereikbaar is, dan
moet er volgens de veiligheidsvoorschriften
een meerpolige scheidingsinstallatie
met een contactopening van minimaal 3 mm
aanwezig zijn.
Veranderingen in de aansluiting mogen alleen
door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische aansluitkabel
mag alleen door de Servicedienst geleverd
worden.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen
een type met het teken ‚ geïnstalleerd worden.
Alleen deze voldoet aan de nu geldende
voorwaarden.
Het apparaat is voorzien
van een waterbeveiligingssysteem. Let op: het
functioneert alleen als het apparaat op de stroom
is aangesloten.
Demontage
Neem ook hier de volgorde van de handelingen
in acht.
1 Apparaat van het elektriciteitsnet loskoppelen.
2 Kraan dichtdraaien.
3 Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer
loskoppelen.
4 Bevestigingsschroeven van de meubeldelen
losdraaien.
5 De plint – indien aanwezig – demonteren.
6 Apparaat eruit halen en daarbij de slang
voorzichtig naar voren trekken.