21
Apparaat bedienen
Resttijdindicatie
Bij de keuze van het programma verschijnt
op de cijferindicatie 8 de resterende duur van het
programma.
De programmaduur wordt tijdens het programma
bepaald door de temperatuur van het water,
de hoeveelheid serviesgoed en de mate van vervuiling
en kan (afhankelijk van het gekozen programma)
variëren.
Boordcomputer
U kunt de boordcomputer (aanvullende programma-
informatie) in- of uitschakelen. Ga als volgt te werk:
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
3 Programmatoets # ingedrukt houden
en de START-toets )" net zolang indrukken tot
de cijferindicatie 8 •:‹... aangeeft.
4 Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie 8 brandt de door
de fabriek ingestelde waarde •:‹….
5 Programmatoets # net zo vaak indrukken tot
op de cijferindicatie 8 de in de fabriek
ingestelde waarde ’:‹‹ verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1 Door de toets 3 in te drukken kunt
u de boordcomputer (extra programma-informatie)
uit- ’:‹‹ of inschakelen ’:‹‚.
2 START-toets )" indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
3 Deur sluiten.
Starttijd kiezen
U kunt het programma tot 24 uur later (in stappen
van een uur) laten starten.
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
3 Toets ` + indrukken tot de indicatie
starttijd X op ‹‚ knippert.
4 Toets ` + of – net zo vaak indrukken tot
de aangegeven tijd aan uw wens voldoet.
5 START-toets )" indrukken, de gekozen starttijd
is geactiveerd.
6 Om de gekozen starttijd te wissen: de toets `
+ of – net zo vaak indrukken tot op de indicatie
starttijd kiezen X ‹‹ verschijnt.
Tot de starttijd kunt u het programma willekeurig
wijzigen.
7 Deur sluiten.
Einde van het programma
Het programma is afgelopen wanneer op de
cijferindicatie 8 de waarde ‹:‹‹ en in het
indicatievenster )2 Klaar verschijnt.
Bovendien wordt het einde van het programma door
een zoemtoon akoestisch aangegeven. Deze functie
kan als volgt gewijzigd worden:
1 Deur openen.
2 AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
3 Programmatoets # ingedrukt houden
en de START-toets )" net zolang indrukken tot
de cijferindicatie •:‹... brandt.
4 Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie 8 brandt de door
de fabriek ingestelde waarde •:‹….
5 Programmatoets # net zo vaak indrukken tot
op de cijferindicatie 8 de in de fabriek
ingestelde waarde ›:‹ƒ verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1 programmatoets 3 indrukken. Bij elke druk
op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer
verhoogd. Als de waarde ›:‹„ is bereikt, dan
springt de indicatie weer op ›:‹‹ (uit).
2 START-toets )" indrukken, de instelwaarde is
opgeslagen.
3 Deur sluiten.