Praktische tips voor het gebruik van
de magnetron
Laat diepvriesproducten onafgedekt in een schaal
of in de glazen opvangschaal ontdooien.
Bij het ontdooien van vlees verkrijgt u het beste
resultaat als de stukken, bijv. schijven gehaktbrood
bij het invriezen zo plat mogelijk zijn.
Let erop dat gerechten niet te lang doorkoken! De
bereidings- en opwarmtijden in de magnetron zijn
kort. Daarom wordt het tijdstip waarop het gerecht
klaar is vaak verkeerd ingeschat. Stel liever een
kortere tijd in en verleng daarna, indien nodig, de
bereidingstijd.
Platte gerechten worden sneller gaar dan dikke
gerechten. Verdeel daarom de gerechten zo vlak
mogelijk over de bodem van de schaal. Plaats niet
meerdere, verschillende levensmiddelen in laagjes
boven elkaar in de magnetron.
De gerechten moeten in principe in goed
afgesloten schalen worden bereid. Indien u geen
passend deksel voor een schaal heeft, gebruik dan
een bord, een hittebestendige kunststoffolie of een
speciale magnetronfolie.
Hoe groter de hoeveelheid voedsel, des te langer
de bereidings- en opwarmtijd. Algemene regel:
dubbele hoeveelheid = dubbele tijd, halve
hoeveelheid = halve tijd.
Plaats niet te grote hoeveelheden ineens in de
magnetron. Kleine hoeveelheden worden beter
gaar dan grote. Soms is het beter om twee porties
na elkaar te verwarmen of te koken dan beide
tegelijk.
Sommige gerechten moet u doorroeren
(bijvoorbeeld bij eenpansgerechten) of keren
(bijvoorbeeld bij grote stukken vlees).
U hoeft niet meer zoveel vet en water toe te voegen
zoals u dit gewend bent. Het is voldoende als u de
levensmiddelen vochtig maakt en de te braden
levensmiddelen met een beetje vet bestrijkt.
Wees zuinig met kruiden en zout, aangezien de
eigen smaak van de levensmiddelen in de
magnetron in hoge mate behouden blijft.
Laat de gerechten nog even staan nadat u deze uit
de magnetron heeft gehaald. De warmte wordt dan
gelijkmatig binnen het gerecht verdeeld waardoor
het bereidingsproces nog even wordt voortgezet.
Praktische tips voor het grilleren
Gebruik alleen vlees van goede kwaliteit zonder
vet of pezen. Spoel het vlees kort af, dep het met
keukenpapier droog en voeg kruiden toe. Zout het
vlees pas nadat het is gegrilleerd.
Runder- of varkensbiefstukken dienen bij voorkeur
ca. 2 – 3 cm dik te zijn. Schuif dunnere stukken
tegen elkaar aan, maak er een ronde schijf van en
bind deze rondom met keukengaren vast.
Gebruik voor het grilleren de glazen opvangschaal
in de bovenste of onderste inschuifhoogte.
Tijdens het gebruik van de grill dient de deur altijd
gesloten te zijn.
Keer tijdens het grilleren de gerechten na
ongeveer 2/3 van de tijd om. U kunt het beste
hiervoor een grilltang gebruiken. Prik niet met een
vork in het vlees, anders loopt het sap eruit en
wordt het vlees droog.
Donker vlees, bijvoorbeeld rundvlees, wordt sneller
bruin dan licht vlees zoals kalfs- of varkensvlees.
Laat u zich hierdoor niet van de wijs brengen!
Gegrilleerd licht vlees of ook visfilet is vaak van
buiten slechts lichtbruin terwijl dit van binnen gaar
en sappig is.
17
5. Praktische tips