9
5. Tabel voor het kiezen van de juiste stand
Stand Bereiding Voorbeelden
Grote vlam koken water
aanbraden vlees
verwarmen vet, vloeistoffen
aan de kook brengen soepen, sauzen
blancheren groenten
braden vlees, vis, aardappelen
van bruinen meel, uien
roosteren amandelen, paneermeel
bakken meelgerechten, eiergerechten
tot doorkoken zonder deksel vloeistoffen
laten trekken zonder deksel gekookte worst, soepgroenten,
soepvlees, gepocheerde eieren
au bain marie opkloppen crèmes, sauzen
van doorkoken met deksel deegwaren, soepen, sauzen
stoven groenten, aardappelen, vis
tot stomen groenten, fruit, vis
sudderen goulash, rollades, braadstuk, groenten
Kleine vlam ontdooien diepvriesproducten
wellen rijst, peulvruchten
verwarmen soepen, éénpansgerechten, groenten in
een saus
Zet de gaspit eerst op de grote vlam om de gewenste temperatuur snel te bereiken. Schakel vervolgens
terug naar een lagere vlam.
Het vermogen van de binnenste brander is bij de normale en grote brander gelijk.
De standen in de tabel zijn slechts richtlijnen. De benodigde hoeveelheid warmte hangt af van de aard en
hoedanigheid van de gerechten, van de hoeveelheid en van de grootte van de pan.
Door de hoge capaciteit worden vet en olie snel verwarmd. Houd altijd toezicht wanneer u gerechten bakt
of braadt, vet kan vlam vatten, het gerecht kan verbranden.
U kunt gerechten die langer moeten koken het beste op de achterste gaspitten bereiden.
Gebruik voor het opkoken, frituren en aanbraden van grote hoeveelheden bij voorkeur de grote brander
respectievelijk de wokbrander.