8
Vermogens- Bereiding Voorbeelden
stand
9 koken water
aanbraden vlees
verwarmen vet, vloeistoffen
aan de kook brengen soepen, sauzen
blancheren groenten
8 - 6 braden / bakken vlees, vis, aardappelen
7 - 5 bruinen meel, uien
roosteren amandelen, paneermeel
bakken meelgerechten, eiergerechten
doorkoken zonder deksel vloeistoffen
6 - 5 uitbakken spek
inkoken fonds, sauzen
5 - 4 au bain marie opkloppen crèmes, sauzen
laten trekken zonder deksel gekookte worst, soepgroente,
soepvlees, gepocheerde eieren
5 - 3 doorkoken met deksel deegwaren, soepen, sauzen
stoven groenten, aardappelen, vis
stomen groente, fruit, vis
sudderen goulash, rollades, braadstuk, groenten
ontdooien diepvriesproducten
3 - 1 wellen rijst, peulvruchten
verwarmen / warmhouden soepen, éénpansgerechten, groenten in een saus
smelten boter, chocolade
stollen eiergerechten
Stel eerst de hoogste vermogensstand in om de gewenste temperatuur snel te bereiken. Schakel
vervolgens altijd terug naar de gewenste vermogensstand.
Alle kookzones beschikken over dezelfde vermogensstanden.
De standen in de tabel zijn slechts richtlijnen. De benodigde hoeveelheid warmte hangt af van de aard en
hoedanigheid van de gerechten, van de hoeveelheid en van de grootte van de pan.
3.3 Tabel voor het kiezen vaan de juiste stand