4. Algemene informatie over de kachel
Gebruik geen brandbare vloeistoffen om het vuur aan te maken. De deur enkel
openen om brandstof toe te voegen. Alleen aanbevolen brandstoffen gebruiken
( zie 4. 3 ).
Controleer voor de werking de toevoer van verse lucht (verbrandingslucht ratio). De
kachel mag alleen worden verwarmd door een volwassene. Zorg ervoor dat er nooit
kinderen zonder toezicht achterblijven bij de kachel. Laat de kachel geen lange tijd
zonder toezicht.
De kachel enkel bedienen zoals in deze handleiding beschreven staat.
4.1 In gebruik name
1. Primaire en secundaire luchttoevoer max. open! Zorg er voor dat alle
ingebouwde luchtregelingen open zijn gedurende de branding.
2. 2 – 3 aanmaakhoutjes midden op het rooster leggen. Daarna langzaam
kleine houtstukken toevoegen.
3. Ontsteek de blokjes en sluit de deur ( niet helemaal dicht). Hiermee wordt
condensvorming op de relatief koude ruit voorkomen.
4. Na ongeveer 5-10 minuten, als het vuur goed brand, de brandwerende
deur openen en 1 tot 2 houtblokken toevoegen. Sluit de deur nu helemaal.
5. Als de toegevoegde houtblokken goed branden en de kachel op
temperatuur is, zet de primaire luchttoevoer geleidelijk terug. U dient nog
wel vlammen te blijven zien. Bij een optimale schoorsteentrek en goede
kwaliteit brandstof, kunt u de primaire luchttoevoer volledig gesloten
houden.
6. Open nogmaals zorgvuldig de deur, wanneer de ingelegde brandsof
verbrand is, u kunt nu nieuwe houtblokken toevoegen.
7. Het is aanbevolen de secundaire luchttoevoer maximaal open te houden
zodat er zoveel mogelijk warme lucht langs de ruit komt, dit voorkomt het
beslaan van de ruit.
8. Stel de luchtregeling naar behoefte in en zorg voor voldoende brandstof.
Overmatige bediening zorgt voor onnodige vervuiling van de
verbrandingskamer, de ruit en het rookkanaal.
Eventueel optredende geur door het inbranden van de vuurvaste verf
verdwijnt na enige tijd. Tijdens de instook periode is het aanbevolen de
woonruimte goed te luchten.