29
NL
Thermische veiligheidsschakelaar
Bij overbelasting wordt de pomp door de in
gebouwde thermische motorbeveiliging uit-
geschakeld. Na voldoende te zijn afgekoeld,
slaat de motor vanzelf weer aan (zie
7. Opheffen van storingen).
Automatische ontluchtingsinrichting
De ontluchtingsin-
richting verwijdert
eventueel in de
pomp aanwezige
luchtbellen.
Wanneer de pomp niet helemaal onder water
staat, kan er water via de ontluchtingsopenin-
gen
4
naar buiten stromen.
Dit is geen defect aan de pomp, maar dient
voor de automatische ontluchting.
3. Ingebruikname
13 mm (
¹⁄₂
"
)
Slangdiameter 16 mm (
⁵⁄₈
"
) 25 mm (1
"
) 38 mm (1
¹⁄₂
"
)
19 mm (
³⁄₄
"
)
Slangverbinding van de
universele aansluiting
7
Slangaansluiting Bovenste nippel Geen nippel Beide bovenste nippels
er bij
a
afsnijden. weghalen. bij
b
afsnijden.
Voor de slangdiameter van 13 mm tot 19 mm zijn de volgende
aansluitsets nodig:
13 mm (
¹⁄₂
"
): GARDENA pompaansluitset, art.-nr. 1750
16 mm (
⁵⁄₈
"
): GARDENA kraanstuk, art.-nr. (2)902, en
GARDENA slangstuk, art.-nr. (2)916
19 mm (
³⁄₄
"
): GARDENA pompaansluitset, art.-nr. 1752
Een optimale benutting van de capaciteit wordt bereikt bij gebruik
van een 38 mm (1
¹⁄₂
"
)-slang.
7
a
b
4