52
eerst de adapter op de kraan en dan de elektronische watertimer op
de adapter.
Attentie:
Met de hand vastschroeven en aandraaien. Geen tang gebruiken!
8.3 Nieuwe batterij controleren
Kies voor controle van de nieuwe batterij bij geopende waterkraan op de
elektronische watertimer eerst de functie On (ventiel gaat open) en kort
daarop Off (ventiel gaat dicht). Bij te geringe batterijcapaciteit klinkt een
interval waarschuwingstoon.
Aanwijzing: opdat het daarbij uitstromende water geen schade aanrichten
kan, moet voor een goede afvoer aan de elektronische watertimer gezorgd
worden (slang aansluiten, emmer er onder zetten, etc.).
9. Instellen van de besproeiingsgegevens
Aanwijzing: Het besturingsgedeelte 0van de elektronische watertimer
kan er af gehaald worden (Afb. B). Daardoor kan het besproeiings-
programma ook onafhankelijk van de plaats waar de elektronische water-
timer bevestigd is, gekozen worden.
9.1 Besproeiingscyclus bepalen
Door de knop Frequency 2te draaien kan nu vastgelegd worden hoe
vaak er gesproeid moet worden:
– iedere 8, 12 of 24 uur (8 h, 12 h, 24 h) resp.
– elke 2e, 3eof 7edag (2nd, 3 rd, 7th)
Aanwijzing: Tussenstanden zijn niet mogelijk!
9.2 Starttijd en duur van de besproeiing
1. Zet de draaiknop 3Run Time op Reset,
2. Stel dan de Run Time draaiknop 3op de gewenste besproeiingsduur:
1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10, 15, 30, 60, 90 of 120 minuten.
Belangrijk! Na 5 sec. wordt de ingestelde waarde overgenomen –
akoestische bevestiging door een dubbele pieptoon.
3. Met het weerklinken van de dubbele pieptoon wordt de actuele tijd als
starttijd voor de toekomstige besproeiing vastgelegd. Uitgaande van
deze starttijd vertraagt elke toetsdruk van Start Time ▲het toekomstige
besproeiingsbegin met 1 uur, waarbij Start Time ▲voor de dubbele
pieptoon gebruikt moet worden.