Let op! Elektrische schok!
Er bestaat gevaar op verwondin-
gen door elektrische stroom.
➔ Haal de stekker uit het stopcontact voor
het vullen, na gebruik, bij het opheffen
van storingen en voor onderhoudswerk-
zaamheden.
Plaats van opstelling
Let op: het gebruik van de pomp bij zwemba-
den en tuinvijvers en op soortgelijke plaatsen
is alleen toegestaan, als de pomp in combinatie
met een aardlekschakelaar (Fl-schakelaar)
gebruikt wordt (DIN VDE 0100-702 en 0100-738).
Als zich personen in het zwembad of tuinvijver
bevinden mag de pomp niet gebruikt worden.
Bovendien moet de pomp stabiel op een droge
plaats staan en beschermd zijn tegen omval-
len. Als extra beveiliging kan een goedgekeur-
de aardlekschakelaar gebruikt worden.
➔ Neem eventueel contact op met uw elektro-
speciaalzaak.
Verlengsnoeren
Aanduidingen op het typeplaatje moeten over-
eenkomen met de gegevens van het stroomnet.
Stroomtoevoer- en verlengsnoeren mogen vol-
gens DIN VDE 0620 geen kleinere diameter
hebben dan rubbersnoeren met het kortteken
H07 RNF.
De kabel tegen hitte, olie en scherpe kanten
beschermen.
➔ Draag de pomp niet aan de kabel en ge-
bruik de kabel niet om de stekker uit het
stopcontact te trekken.
Visuele controle
➔ De pomp voor ieder gebruik controleren om
vast te stellen of de pomp, in het bijzonder
stroomkabel en stekker, beschadigd is.
39
NL
2. Veiligheidsaanwijzingen
Een beschadigde pomp mag niet gebruikt
worden.
➔ Bij schade, pomp altijd door de GARDENA
technische dienst of de bevoegde vakman
laten controleren.
Bedrijfsveiligheid
➔ Stel de pomp niet bloot aan regen. Gebruik
de pomp niet in een natte of vochtige
omgeving.
Om drooglopen van de pomp te voorkomen
dient u erop te letten dat de aanzuigslang zich
steeds in de doorvoervloeistof bevindt.
➔ Vul de pomp voor elke ingebruikname tot
aan de overloop met circa 2 tot 3 l door-
voervloeistof !
Bij handbediening voor foutopsporing mag de
pomp niet langer dan 10 min. in de richting
van de gesloten drukzijde pompen (1 cyclus).
De pomp mag max. 4 aanzuigcycli (duur elk
4 minuten) direct na elkaar uitvoeren.
➔ Daarna pomp laten afkoelen.
Zand en andere schurende stoffen in de door-
voervloeistof leiden tot snellere slijtage en
capaciteitsvermindering.
➔ Bij zandhoudend water bovendien een
pomp-voorfilter gebruiken.
De minimale doorstroomhoeveelheid bedraagt
140 l/u (= 2,3 l/min.). Aansluitapparaten met
een
geringere doorvoer mogen niet gebruikt
worden.
Bij gebruik van de pomp voor de huiswater-
voorziening dienen de plaatselijke voorschrif-
ten opgevolgd te worden. Bovendien zijn de
bepalingen volgens DIN 1988 van toepassing.
➔ Vraag indien nodig een en ander na bij uw
sanitair-vakhandel.
3. Functie en display
De hydrofoorpomp heeft een elektronische besturing. De elektroni-
sche besturing wordt door impulsen van de drukschakelaar en door
de doorstroomherkenning van de droogloopbeveiliging geactiveerd.
De drukschakelaar is in de fabriek op een inschakeldruk van ca.
2,0 bar (= 20 m hoogte) ingesteld. Deze instelling kan indien nodig
door de GARDENA-service veranderd worden.
De droogloopbeveiliging beschermt de pomp tegen schade door
de pomp indien nodig uit te schakelen.