28 29
NL
NL
Sproeislang op het
handventiel monteren:
Sproeislang aan de deksel
monteren:
Draagriem monteren:
A
B
0
B
7 8
5
9
1. Lange wartelmoer
4
over de sproeislang
5
schuiven.
2. Sproeislang
5
met aansluitnippel
6
in het handventiel
2
steken.
3. Lange wartelmoer
4
op het handventiel
2
met de hand vast-
draaien (geen tang gebruiken).
1. Korte wartelmoer
7
over de sproeislang
5
schuiven.
2. Sproeislang
5
minstens tot aan het begin van de schroef-
draad
8
schuiven.
3. Korte wartelmoer
7
op de tankdeksel
9
met de hand vast-
draaien (geen tang gebruiken).
1. Sproeibuisarretering
0
er naar boven toe (pijlrichting) afhalen.
2. Draagriem
A
door het slobgat van de sproeibuisarretering
0
leiden en op de houder
B
van de tank hanghen.
3. Sproeibuisarretering er weer opdrukken tot hij hoorbaar
vastklikt.
4. Draagriem aan de andere kant aan de houder
B
vastmaken.
4. Bediening
1. Spuitvloeistof goed mengen.
2. Pompgreep
C
licht naar beneden drukken, naar links draaien
en pomp
D
eruit halen.
3. Spuitvloeistof max. tot de hoogste markering (5 liter) vullen.
Let op de veiligheidsvoorschriften en de juiste dosering volgens
de aanduiding van de sproeimiddelenfabrikant.
4. Pomp met pompgreep
C
met de hand weer vastschroeven
(geen tang gebruiken).
Gevaar op lichamelijk letsel!
A V Drukspuit nooit aan een persluchtapparaat
aansluiten.
5. Pompgreep
C
door licht naar links te draaien losmaken en
pomp gebruiken (ca. 30 tot 40 maal) tot de werkdruk bereikt is.
De overdruk ontsnapt via het veiligheidsoverdrukventiel
E
.
2 6 4 5
E
C
D
Tank vullen:
Drukspuit reinigen:
Zeef reinigen:
3
J
1. Druktoets
G
op de spuitgreep indrukken.
De spuitvloeistof komt naar buiten.
2. Druktoets
G
op de spuitgreep loslaten.
Het spuiten stopt.
Permanente arretering instellen:
v Vastzetbeugel
H
indrukken.
De druktoets
G
behoeft daarmee niet ingedrukt te blijven.
De sproeierbuis kan traploos tot 360° in het handventiel gedraaid
worden.
1. Wartelmoer
1
op het handventiel
2
losdraaien.
2. Sproeibuis
3
op de gewenste stand draaien.
3. Wartelmoer
1
op het handventiel
2
met de hand vastdraaien
(geen tang gebruiken).
De sproeistraal kan van volle straal (sproeier dicht) tot fijne
sproeinevel (sproeier open) ingesteld worden.
v Sproeier
I
volgens de gewenste sproeistraal open- of dicht-
draaien.
5. Reiniging
Na het spuiten van vloeistof met de drukspuit schoongemaakt
worden.
v Drukspuit met schoon water (eventueel met toevoeging van
afwasmiddel) in gebruik nemen en leegspuiten.
De ventielen, de sproeierbuis en de sproeiers worden
schoongemaakt.
Wij raden aan na een gebruik van 5 jaar de drukspuit aan een
grondige controle – het beste door de GARDENA-service – te
onderwerpen.
6. Opheffen van storingen
Als de drukspuit alleen nog met een slechte sproeierstraal spuit,
moet de zeef gereinigd worden.
v Zeef
J
uit sproeibuis
3
halen en schoonmaken.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Pomp geeft geen druk. Veiligheidsventiel zit los. v Veiligheidsventiel vast-
schroeven.
Veiligheidsaansluitingen op v Slangaansluitingen op de
de tank en op het handventiel tank en op het handventiel
lekken. vastdraaien.
Sproeivloeistof naar buiten
brengen:
Sproeierbuis instellen:
Sproeistraal instellen:
I
H
G
2
1
3