35
N
34
N
6. Plaats de accu weer in de
maaier (zie onder „Vervangen
van de accu”).
Verzorging
Belangrijk! Als de accu lange
tijd niet gebruikt wordt, dan dient
deze minimaal een keer per half
jaar opgeladen te worden om
de volle capaciteit de behouden.
Vervangen van de accu (Afb. E)
Als de accu helemaal leeg is
of niet meer kan worden opge-
laden, moet hij vervangen wor-
den. U kunt een nieuwe accu
aanschaffen onder artikel-
nummer 4040-00.600.20 bij
uw GARDENA handelaar.
Om de accu te vervangen gaat
u als volgt te werk:
1. Schakel de kooimesmaaier
uit.
2. Open de afdekking van de
accu
N
.
3. Beveilig de kooimesmaaier
tegen per ongeluk inschakelen
door de sleutelschakelaar uit
het contactslot te trekken.
4. Haal de accu er uit; let daarbij
op de plaats van de accu.
5. Trek de platte steekhuls
O
van de platte stekker
P
af.
6. Plaats een nieuwe accu op de
juiste plaats volgens Afb. E1
in de behuizing.
7. Belangrijk! Let op +/–
A polen en de kleurcode-
ring van de platte steek-
hulzen!
Steek de rode platte steek-
huls op de met plus (+) ge-
markeerde platte stekker en
de zwarte platte steekhuls
op de met min (–) gemarkeer-
de platte stekker.
8. Gooi de oude accu niet weg
maar volg de aanwijzingen
in hoofdstuk „Weggooien,
recycling van de accu”.
7.3 De accu kooimesmaaier
Schoonmaken
A
Wegens gevaar voor licha-
melijk letsel of materiële
schade: Maak de kooimes-
maaier nooit
schoon onder
stromend water en zeker niet
onder hoge druk.
Na het gebruik het apparaat
met een vochtige doek afnemen.
Kooimes en ondermes met een
laagviscose olie (bijv. spray-olie)
inspuiten.
Onderhoud
Aanwijzing: Zorg er voor, dat
alle moeren, bouten en schroe-
ven vast aangetrokken zijn en
het apparaat zich in een veilige
werksituatie bevindt.
Versleten en beschadigde
onderdelen om veiligheids-
technische reden alleen door
de GARDENA Service of de
geautoriseerde vakhandel
laten vervangen.
Ter voorkoming van verwondin-
gen aan personen en schade
aan het apparaat raden wij aan
de accu kooimesmaaier in de
herfst te laten controleren, zodat
hij het volgende maaiseizoen
weer gebruiksgereed is.
Opslag
Berg de kooimesmaaier op een
droge, vorstvrije, koele plaats
op. De opbergplaats moet on-
toegankelijk zijn voor kinderen.
Tip: De zelfontlading is bij lagere
temperaturen geringer.
7.4 Snijgereedschap nastellen
(Afb. H)
Het snijwerk van uw kooimes-
maaier is op de fabriek optimaal
ingesteld. Als de maaisnede na
langer gebruik onnauwkeurig
wordt, kunt u de ondermesinstel-
ling als volgt corrigeren:
1. Schakel de kooimesmaaier uit
en beveilig deze tegen per
ongeluk inschakelen door de
sleutelschakelaar uit het con-
tactslot te trekken.
2. Schuif de meegeleverde voe-
lermaat
R
op de linkerzijde
tussen een mes van het kooi-
mes en het ondermes.
3. Draai de inbusbout
S
met een
10 mm steeksleutel naar rechts
tot de voelermaat er licht tegen
aandrukt. Herhaal dit aan de
rechter zijde van de maaier.
4. Draai nu het kooimes als proef
rond; hij mag met geen van
de vijf messen het ondermes
aanraken.
Let op! Wees bijzonder
A voorzichtig bij het han-
teren van het snijgereed-
schap (gevaar op snijden!).
Draag werkhandschoenen
als bescherming.
5. Als de messen zijn ingesteld,
met een stuk krantenpapier
een snijtest uitvoeren (Afb. I).
6. Belangrijk! Let op +/–
A polen en de kleurcode-
ring van de platte steek-
hulzen!
Steek de rode platte steek-
huls op de met plus (+) ge-
markeerde platte stekker en
de zwarte platte steekhuls
op de met min (–) gemarkeer-
de platte stekker.
Let er daarbij op dat de
steekhulsen op de juiste
wijze bevestigd worden.
6.3 Maaien met de grasvang-
bak (optie) (Afb. F)
A
Grasvangbak alleen bij
uitgeschakelde motor en
stilstaand snijgereedschap
ophangen.
Door de GARDENA grasvang-
bak te gebruiken behoeft U het
gemaaide gras niet bij elkaar
te harken.
Voor de montage van de gras-
vangbak
1. de opnames van de grasvang-
bak
G
in die opnamehaken
H
van de kooimesmaaier hangen
en
2. de draagketting met de haak
aan het onderste deel van
het frame hangen.
Aanwijzing: De hoogte van
de grasvangbak kan via de
haak aan de ketting ingesteld
worden.
Een vereiste voor een goed
opvangresultaat is dat de accu-
maaier stapvoets wordt voort-
bewogen.
7.1 Onderhoud
Het onderhoud omvat werkzaam-
heden die de accu kooimes-
maaier in on-beschadigde toe-
stand houden.
Door regelmatige controle (zitten
schroeven goed vast, breuken,
scheuren, beschadigingen) en
het vervangen van beschadigde
of versleten onderdelen worden
eventuele ongevallen en het uit-
vallen van de maaier voorkomen.
Reparaties mogen alleen
door de GARDENA technische
dienst of een door GARDENA
bevoegde vakman uitgevoerd
worden.
A
Voor het instellen of
schoonmaken moet de
accumaaier uitgeschakeld zijn
en tegen per ongeluk aanzetten
beschermd worden. Daartoe
moet de sleutelschakelaar
Q
uit het contactslot van de kooi-
mesmaaier getrokken worden.
7.2 De accu (Afb. E/G)
Laden van de accu
A
Aanwijzing: De accu
mag uitsluitend met het
mee-geleverde oplaadapparaat
opgeladen worden. Als u een
ander ooplaadapparaat ge-
bruikt, kan dat tot materiële
of persoonlijk schade leiden.
Bij gebruik van vreemde op-
laadapparaaten vervallen alle
garantieaanspraken en garan-
ties van de fabrikant.
A
Let op! Als de oplaad-
stekker in het apparaat
zit, kan het niet ingeschakeld
worden.
Wij raden aan de accu direct na
het gebruik van de accumaaier
met het meegeleverde oplaad-
apparaat
J
gedurende 24 uur
op te laden.
Belangrijk! Als de accu lange
tijd niet gebruikt wordt, wordt
de maximale laadcapaciteit
pas na meerdere opladingen
bereikt.
Als de accu volledig leeg is,
bijv. na lange tijd opgeslagen
te zijn zonder tussentijdse op-
lading, dan wordt de maximale
laadcapaciteit pas na meerdere
opladingen/ontladingen weer
bereikt.
A
Het apparaat niet direct
na gebruik of verwarmd
door de zon opladen. Eerst
laten afkoelen.
Stel de accu tijdens het op-
laden niet bloot aan direct
zonlicht.
Laadt de accu nooit op in de
omgeving van zuren en licht
ontvlambare materialen.
Brandgevaar!
Aanwijzing : Wacht u niet met
het opladen van de accu tot de
accu volledig leeg is.
Laad de accu op een droge
plaats als volgt (Afb. G) op:
1. Open de afdekking van de
accu
N
.
2. Trek de sleutelschakelaar
Q
uit het contactslot.
3. Steek de stekker
K
van het
laadapparaat in de laadbus
L
.
4. Steek dan de netstekker
M
van het oplaadapparaat in het
stopcontact.
5. Om verder te kunnen maaien
moet na het laden de sleutel-
schakelaar weer in het contact-
slot gestoken en de afdekking
van de accu gesloten worden.
Aanwijzingen:
.
De laadbus moet tegen vuil
en vocht beschermd worden.
.
Als de accu zo ver leeg is,
dat de accumaaier automa-
tisch uitgeschakeld wordt
(leegloopbescherming),
dan bedraagt de oplaadtijd
24 uur.
Accu direct met de GARDENA
oplaadkabel opladen
(Art.nr. 4040-00.900.01 –
te bestellen via uw GARDENA
handelaar)
1. Haal de accu eraf (zie onder
„Vervangen van de accu”).
2. Steek de bus van de oplaad-
kabel in de stekker van het
oplaadapparaat
K
.
3. Verbindt de pluspool (+) van
de accu met de rode klem en
de minuspool (–) met de
zwarte klem.
4. Steek vervolgens het oplaad-
apparaat in een 230 V-wissel-
stroom contactdoos.
5. Maak de verbindingen na het
beëindigen van het opladen
los in de omgekeerde volgorde.
7. Onderhoud en opslag