33
NL
Naast de tijdsafhankelijke besproeiing bestaat bovendien de
mogelijkheid de bodemvochtigheid of de neerslag in het
besproeiingsprogramma op te nemen.
Bij voldoende bodemvochtigheid wordt het programma gestopt of
het programma niet geactiveerd. De handmatige besproeiing is
onafhankelijk hiervan mogelijk.
1. Bodemvochtigheidssensor binnen het besproeiingsbereik
– of –
regensensor (evt. met verlengkabel) buiten het besproeiings-
bereik plaatsen.
2. Stekker van de sensor in de sensoraansluiting
7
van de
besproeiingscomputer steken.
5. Bediening
De tijd en de besproeiingsstarttijd worden in uren ingesteld.
Er kan een van de volgende 6 besproeiingscycli worden gekozen:
8 uur (8h), 12 uur (12h), 24 uur (24h), 2 dagen (2d), 3 dagen (3d)
of 7 dagen (7d). De besproeiingsduur kan worden ingesteld tussen
1 en 180 minuten.
Bodemvochtigheids- of
regensensor aansluiten
(optioneel):
Watertimer
programmeren:
7