691421
48
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/56
Nächste Seite
Een veilige zone voor aanvaringsgevaar instellen
Voordat u een aanvaringsalarm kunt instellen, moet een
compatibele kaartplotter zijn verbonden met een AIS-toestel.
Het alarm voor de veilige zone bij aanvaringsgevaar wordt
alleen in combinatie met AIS gebruikt. De veilige zone wordt
gebruikt om aanvaringen met andere schepen te voorkomen.
Deze zone kan worden aangepast.
1
Selecteer Instellingen > Alarmen > AIS > AIS-alarm > Aan.
Wanneer een schip met AIS de veilige zone rond uw schip
binnenvaart, wordt er een melding weergegeven en gaat er
een alarmsignaal af. Het object wordt als een gevaar op het
scherm aangegeven. Als het alarm is uitgeschakeld, wordt er
geen melding en geen alarmsignaal gegeven, maar blijft het
object op het scherm aangeduid als gevaarlijk.
2
Selecteer Bereik.
3
Selecteer een afstand voor de straal van de veilige zone rond
uw schip.
4
Selecteer Tijd tot.
5
Selecteer een tijdstip waarop het alarmsignaal afgaat als een
schip blijft afkoersen op doorkruising van de veilige zone.
Om bijvoorbeeld 10 minuten van tevoren te worden
gewaarschuwd, voordat een aanstaande doorkruising
mogelijk plaatsvindt, stelt u Tijd tot in op 10. Het alarm gaat
dan af 10 minuten voordat het schip de veilige zone
doorkruist.
Eenheden instellen
Selecteer Instellingen > Eenheden.
Systeemeenheden: Stelt de systeemeenheid in voor het
toestel.
Afwijking: Hiermee wordt de magnetische afwijking, de hoek
tussen het magnetische noorden en het ware noorden,
ingesteld voor uw huidige locatie.
Noordreferentie: Stelt de richtingreferenties in voor het
berekenen van de koersinformatie. Waar stelt het
geografische noorden in als de noordreferentie. Grid stelt het
kaartnoorden in als de noordreferentie (000º). Magnetisch
stelt het magnetische noorden in als de noordreferentie.
Positieweergave: Hiermee selecteert u het positieformaat
waarmee een locatie wordt aangeduid. Wijzig het
positieformaat alleen wanneer u een kaart gebruikt met een
afwijkende indeling.
Kaartdatum: Hiermee stelt u het coördinaatsysteem van de
kaart in. Wijzig deze instelling alleen wanneer u een kaart
gebruikt met een afwijkende kaartindeling.
Drukreferentietijd: Stelt de referentietijd in voor het berekenen
van de barometertrend. Deze waarde wordt in het veld
Barometer weergegeven.
Tijdweergave: Hiermee kiest u UTC-, 12-uurs- of 24-uurs-
tijdweergave.
Tijdzone: Stelt de tijdzone in of maakt automatische selectie
mogelijk op basis van de GPS-locatie.
Navigatie-instellingen
OPMERKING: Voor sommige instellingen en opties zijn extra
kaarten of toestellen vereist.
Selecteer Instellingen > Navigatie.
Routelabels: U kunt instellen welk type labels wordt
weergegeven voor koerswijzigingen op de kaart.
Auto Guidance: Hiermee kunt u de parameters instellen die de
kaartplotter gebruikt bij het berekenen van een Auto
Guidance route, wanneer u bepaalde premiumkaarten
gebruikt.
Koerswijzigingsovergang activeren: Hier kunt u instellen of
de koerswijziging op basis van tijd of afstand moet worden
berekend.
Tijd koerswijzigingovergang: Hiermee kunt u het aantal
minuten instellen vóór de koerswijzigingsovergang naar het
volgende routedeel, als Tijd is geselecteerd voor de instelling
Koerswijzigingsovergang activeren. Door deze waarde te
verhogen kunt u de nauwkeurigheid van de stuurautomaat bij
het navigeren van een route of het volgen van een Auto
Guidance route vergroten bij veel wendingen en bij hogere
snelheden. Voor rechtere routes en lagere snelheden kan het
verlagen van deze waarde de nauwkeurigheid van de
stuurautomaat vergroten.
Afstand koerswijzigingsovergang: Hiermee kunt u de afstand
instellen vóór de koerswijzigingsovergang naar het volgende
deel, als Afstand is geselecteerd voor de instelling
Koerswijzigingsovergang activeren. Door deze waarde te
verhogen kunt u de nauwkeurigheid van de stuurautomaat bij
het navigeren van een route of het volgen van een Auto
Guidance route vergroten bij veel wendingen en bij hogere
snelheden. Voor rechtere routes en lagere snelheden kan het
verlagen van deze waarde de nauwkeurigheid van de
stuurautomaat vergroten.
Begin van route: Selecteert een beginpunt voor routenavigatie.
Instellingen andere vaartuigen
Als uw compatibele kaartplotter is verbonden met een AIS-
toestel of marifoon, kunt u instellen hoe andere vaartuigen op de
kaartplotter worden weergegeven.
Selecteer Instellingen > Overige schepen.
AIS: Schakelt ontvangst van AIS-signalen in en uit.
DSC: Schakelt DSC (Digital Selective Calling) in en uit.
AIS-alarm: Stelt het aanvaringsalarm in (Een veilige zone voor
aanvaringsgevaar instellen, pagina 7 en AIS-uitzendingen
met testwaarschuwingen inschakelen, pagina 8).
De fabrieksinstellingen van de kaartplotter
herstellen
OPMERKING: Dit heeft gevolgen voor alle toestellen in het
netwerk.
1
Selecteer Instellingen > Systeem > Systeeminformatie >
Herstel.
2
Selecteer een optie:
Als u de toestelinstellingen wilt herstellen naar de
fabrieksinstellingen, selecteert u Standaardinstellingen
herstellen. Dit herstelt de standaardinstellingen, maar
verwijdert geen opgeslagen gebruikersgegevens, kaarten
of software-updates.
Als u opgeslagen gegevens, zoals waypoints en routes,
wilt wissen, selecteert u Wis gebruikersgegevens. Dit
heeft geen invloed op kaarten of software-updates.
Als u de opgeslagen gegevens wilt wissen en de
fabrieksinstellingen van het toestel wilt herstellen, koppelt
u de kaartplotter los van het Garmin Marine Network, en
selecteert u Gegevens verwijderen en instellingen
herstellen. Dit heeft geen invloed op kaarten of software-
updates.
Gebruikersgegevens beheren en delen
U kunt gegevens delen tussen compatibele toestellen.
U kunt gegevens delen via het Garmin Marine Network.
U kunt gebruikersgegevens met behulp van een
geheugenkaart delen en beheren. U moet een
geheugenkaart in uw kaartplotter hebben geïnstalleerd. Dit
42 Gebruikersgegevens beheren en delen
48

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Garmin ECHOMAP Ultra 100 wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von Garmin ECHOMAP Ultra 100

Garmin ECHOMAP Ultra 100 Bedienungsanleitung - Deutsch - 60 seiten

Garmin ECHOMAP Ultra 100 Installationsanweisung - Deutsch - 4 seiten

Garmin ECHOMAP Ultra 100 Installationsanweisung - Englisch - 4 seiten

Garmin ECHOMAP Ultra 100 Bedienungsanleitung - Englisch - 52 seiten

Garmin ECHOMAP Ultra 100 Installationsanweisung - Holländisch - 4 seiten

Garmin ECHOMAP Ultra 100 Installationsanweisung - Französisch - 4 seiten

Garmin ECHOMAP Ultra 100 Bedienungsanleitung - Französisch - 58 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info