12 GHP20-Installatie-instructies
De Sea Trial Wizard congureert de basissensors op de stuurautomaat.
Het is daarom van groot belang dat u de wizard voltooit in geschikte
omstandigheden voor uw boot.
Voer de Sea Trial Wizard uit in kalm water. Wat kalm water is, is
afhankelijk van de grootte en vorm van uw boot.
• Zorg ervoor dat uw boot niet schommelt terwijl deze stil ligt of zeer
langzaam vaart.
• Zorg ervoor dat uw boot geen last heeft van de wind.
• Zorg ervoor dat het gewicht op de boot in balans is. Loop NIET
over de boot terwijl u de stappen van de Sea Trial Wizard
doorloopt.
Voordat u de Sea Trial Wizard start, moet u naar een open stuk kalm water
varen.
1. Schakel de GHP 20 in.
2. Selecteer een optie:
• Als de Sea Trial Wizard automatisch start, ga dan verder met stap 3.
• Als de Sea Trial Wizard niet automatisch start, selecteer
dan achtereenvolgens Menu > Setup > Dealer Autopilot
Conguration > Wizards > Sea Trial Wizard.
3. Selecteer Begin.
1. Vaar met uw boot naar een open stuk kalm water.
2. Start de Sea Trial Wizard (pagina 12).
3. Congureer het toerental bij planeren (pagina 12).
4. Kalibreer het kompas (pagina 12).
5. Voer de automatische afstemmingsprocedure uit (pagina 12).
6. Stel het noorden in (pagina 12).
7. Stel indien nodig de instelling voor de voorliggende koers bij
(pagina 12).
1. Noteer de toerentalwaarde van de tachometer op het dashboard
van de boot op het moment van de overgang van verplaatsing naar
planeersnelheid.
2. Als de tachometerwaarde niet overeenkomt met de waarde op de
GHC 10, gebruikt u de pijlen om de waarde bij te stellen.
3. Selecteer Done.
1. Vaar met de boot met lage snelheid/zonder draaiende motor in een
rechte lijn.
2. Selecteer Begin en blijf in een rechte lijn varen.
3. Draai, wanneer u daartoe wordt geïnstrueerd, de boot langzaam
rechtsom. Probeer de draai zo gelijkmatig en vlak mogelijk te maken.
Draai langzaam, zodat de boot GEEN slagzij maakt.
Wanneer de kalibratie is voltooid, geeft de GHC 10 een daartoe
strekkend bericht weer.
4. Selecteer een optie:
• Als de kalibratie met succes is voltooid, selecteert u Done.
• Als de kalibratie niet met succes is voltooid, selecteer dan Retry en
herhaal stap 1 t/m 3.
Voordat u de automatische afstemmingsprocedure kunt uitvoeren, moet u
een ink stuk open water voor u hebben.
1. Stel het gas zo in dat de boot onder de planeersnelheid vaart.
2. Selecteer Begin.
De boot voert een aantal zigzagbewegingen uit terwijl de automatische
afstemmingsprocedure wordt uitgevoerd.
De GHC 10 geeft een bericht weer dat de procedure is voltooid.
3. Selecteer een optie:
• Als de automatische afstemmingsprocedure succesvol is voltooid,
selecteer dan Done en neem de handmatige besturing van de boot
over.
• Als de automatische afstemmingsprocedure zonder succes is
voltooid, stel het gas dan bij en selecteer Retry Autotune.
4. Als de automatische afstemmingsprocedure zonder succes
wordt voltooid, herhaal dan stap 1 t/m 3 tot de automatische
afstemmingsprocedure succesvol wordt voltooid.
5. Als u ook na het bereiken van de maximale kruissnelheid de
automatische afstemmingsprocedure niet succesvol kunt voltooien,
minder dan vaart en selecteer Alternate Autotune om een alternatieve
automatische afstemmingsprocedure te starten.
Voordat u het noorden kunt instellen, moet u minstens 45 seconden
risicoloos open water ter beschikking hebben.
Deze procedure wordt alleen weergegeven alleen als een optioneel GPS-
toestel verbindt met de GHP 20 (pagina 10) en het toestel een GPS-positie
heeft verkregen. Als u geen GPS-toestel hebt aangesloten, wordt u gevraagd
om de instelling voor de voorliggende koers bij te stellen (pagina 12).
1. Vaar de boot gedurende 45 seconden op kruissnelheid in een rechte lijn,
parallel aan de wind en stroming.
2. Selecteer Begin.
3. Selecteer een optie:
• Als het kalibratieproces met succes is voltooid, selecteer dan Done.
• Herhaal stap 1 en 2 als de kalibratie niet met succes is voltooid.
Deze procedure wordt alleen weergegeven als u geen optioneel GPS-toestel
hebt verbonden met de GHP 20 (pagina 10). Als u wel een GPS-toestel hebt
geïnstalleerd dat een GPS-positie heeft verkregen, wordt u in plaats daarvan
gevraagd om het noorden in te stellen (pagina 12).
1. Stel met behulp van een handkompas vast waar zich het noorden
bevindt.
2. Stel de instelling voor de voorliggende koers bij tot deze overeenkomt
met het noorden op het magnetische kompas.
3. Selecteer Done.
1. Test de stuurautomaat op lage snelheid.
2. Stel indien nodig de instelling van de versterking (Gain) bij (pagina 13).
3. Test de stuurautomaat op een hogere snelheid (normale
gebruiksomstandigheden).
4. Pas indien nodig de instelling van de versterking (Gain) en van de
acceleratiebegrenzer aan.
1. Vaar de boot in één richting met de stuurautomaat geactiveerd
(voorliggende koers vasthouden).
De boot mag niet erg schommelen; een lichte schommeling is echter
normaal.