657715
35
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/66
Nächste Seite
Doel is verdwenen. Een effen groene cirkel met een X erin geeft
aan dat de radar niet op het doel kon worden vastgezet.
Dichtstbijzijnd punt van nadering en tijd tot dichtstbijzijnd punt
van nadering voor een gevaarlijk doel.
Een MARPA-tag aan een object toewijzen
Voordat u MARPA kunt gebruiken, moet een koerssensor zijn
verbonden en moet een actief GPS-signaal beschikbaar zijn. De
koerssensor moet het
NMEA 2000-parametergroepsnummer
(PGN) 127250 of het NMEA 0183-uitvoertelegram HDM of HDG
aanleveren.
1
Selecteer een object of locatie in een radarscherm.
2
Selecteer Bepaal doel
> MARPA-doel
.
Een MARPA-tag van een doelobject verwijderen
1
Selecteer vanaf het radarscherm een MARPA-doel.
2
Selecteer MARPA-doel > Verwijder.
Informatie weergeven over een object dat met een
MARPA-tag is gelabeld
U kunt het bereik, de peiling, de snelheid en andere informatie
over een object bekijken dat met een MARPA-tag is gelabeld.
1
Selecteer vanuit het radarscherm een doelobject.
2
Selecteer MARPA-doel.
Een lijst met AIS en MARPA gevaren weergeven
Vanuit elk radarscherm of de radaroverlay kunt u de vormgeving
van een lijst met AIS en MARPA gevaren bekijken en
aanpassen.
1
Selecteer in een radarscherm Menu > Overige schepen >
Lijst
> Toon
.
2
Selecteer het type gevaar dat u in de lijst wilt opnemen.
AIS-schepen op het radarscherm weergeven
AIS werkt alleen als er een extern AIS-toestel en signalen van
een actieve transponder van andere schepen worden gebruikt.
U kunt instellen hoe andere schepen op het radarscherm
moeten worden weergegeven. Als u een instelling voor één
radarmodus wijzigt, worden de nieuwe instellingen ook op alle
andere radarmodi toegepast (met uitzondering van de instelling
Bereik AIS-weergave). De details en instellingen van de
geprojecteerde koers die zijn geconfigureerd voor één
radarmodus, gelden voor elke andere radarmodus en voor de
radaroverlay.
1
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Overige schepen
> Weergave-instelling
.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Weerg.bereik
en geef de afstand op ten
opzichte van uw locatie waarbinnen AIS-schepen
zichtbaar moeten zijn.
Selecteer Details > Toon om gegevens weer te geven
over de schepen waarvoor AIS is geactiveerd.
Selecteer Geproject. krs
om de tijd van de
geprojecteerde koers voor schepen met AIS in te stellen
en voer de tijd in.
Selecteer Sporen om de sporen van schepen met AIS
weer te geven en selecteer de lengte van het spoor dat
moet worden weergegeven.
VRM en EBL
De VRM (variabele afstandsring) en de EBL (elektronische
peillijn) meten de afstand en peiling van uw schip tot een
doelobject. De VRM wordt op het radarscherm als een cirkel
rond de huidige positie van uw schip weergegeven en de EBL is
een lijn die op de huidige positie van uw schip begint en de VRM
snijdt. Het snijpunt is het doel van de VRM en de EBL.
De VRM en de EBL weergeven
Selecteer in een radarscherm Menu
> Radaropties > Toon
VRM/EBL
.
De VRM en de EBL aanpassen
Voordat u de VRM en de EBL kunt aanpassen, moet u deze
eerst weergeven op het radarscherm (De VRM en de EBL
weergeven,
pagina
29).
U kunt de diameter van de VRM en de hoek van de EBL
aanpassen, waardoor het snijpunt van de VRM en EBL wordt
verplaatst. De VRM en de EBL die voor één modus zijn
geconfigureerd, gelden ook voor alle andere radarmodi.
1
Selecteer op een radarscherm een nieuwe locatie voor het
snijpunt van de VRM en de EBL.
2
Selecteer
VRM/EBL verwijderen.
3
Selecteer
Stop wijzen.
Het bereik en de peiling tot een doelobject meten
Voordat u de VRM en de EBL kunt aanpassen, moet u deze
eerst weergeven op het radarscherm (De VRM en de EBL
weergeven, pagina 29).
1
Selecteer op een radarscherm de doellocatie.
2
Selecteer Afstand meten.
Het bereik en de peiling voor de doellocatie staan linksboven
op het scherm.
Radaroverlay
Wanneer u uw kaartplotter aansluit op een optionele maritieme
radar van
Garmin, kunt u radargegevens projecteren op de
navigatiekaart of de viskaart.
De gegevens worden op de radaroverlay weergegeven op basis
van de laatst gebruikte radarmodus. Alle instellingen die op de
radaroverlay zijn toegepast, gelden ook voor de laatst gebruikte
radarmodus.
Radaroverlay en uitlijning van kaartgegevens
Wanneer u de radaroverlay gebruikt, lijnt de kaartplotter de
radargegevens op basis van de voorliggende koers van het
schip uit op de kaartgegevens. De koers wordt standaard
bepaald door middel van de gegevens van een magnetische
koerssensor die is aangesloten op een NMEA 0183 of een
NMEA 2000 netwerk. Als er geen koerssensor beschikbaar is,
wordt de koers van het schip bepaald aan de hand van de GPS-
koersgegevens.
De GPS-koersgegevens geven de richting aan waarin het schip
vaart, en niet de richting waarnaar het schip wijst. Als het schip
vanwege de stroming of de wind naar achteren of zijwaarts drijft,
ligt de radaroverlay waarschijnlijk niet volledig op één lijn met de
kaartgegevens. Dit kan worden vermeden door de gegevens
over de voorliggende koers van een elektronisch kompas te
gebruiken.
Als de voorliggende koers van het schip wordt bepaald op basis
van de gegevens van een magnetische koerssensor of een
stuurautomaat, kunnen de gegevens over de voorliggende koers
onnauwkeurig zijn vanwege een verkeerde instelling,
mechanisch defect, magnetische storing of andere factoren. In
dat geval ligt de radaroverlay waarschijnlijk niet precies op één
lijn met de kaartgegevens.
Echosporen
Met de functie Echosporen kunt u de beweging van schepen op
het radarscherm volgen. U kunt aanpassen hoe lang het spoor
op het scherm wordt weergegeven.
OPMERKING:
Afhankelijk van het type radar dat u gebruikt,
kunnen de instellingen voor een bepaalde radarmodus ook
worden gebruikt voor andere radarmodi of de radaroverlay.
OPMERKING:
Niet alle opties en instellingen zijn beschikbaar
op alle radar- en kaartplottermodellen.
Radar 29
35

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Garmin GPSMAP 722 wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von Garmin GPSMAP 722

Garmin GPSMAP 722 Installationsanweisung - Deutsch - 8 seiten

Garmin GPSMAP 722 Bedienungsanleitung - Deutsch - 68 seiten

Garmin GPSMAP 722 Installationsanweisung - Englisch - 8 seiten

Garmin GPSMAP 722 Bedienungsanleitung - Englisch - 60 seiten

Garmin GPSMAP 722 Installationsanweisung - Holländisch - 8 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info