15
BEDIENING
HANDLEIDING VOOR DE KLANT AANDRIJFSYSTEEM MET VOORNAAFMOTOR
LED Led-status LAADNIVEAU OPMERKINGEN
Eerste LED knippert ≤ 5 %
Als het systeem wordt inge-
schakeld tijdens de werking:
Houd de
-knop 1 seconde
ingedrukt tot de display van
het BMS de lading van de accu
met led's 5 seconden weer-
geeft. Houd de knop 5 secon-
den ingedrukt tot de display
van het BMS de capaciteit van
de accu met led's 5 seconden
weergeeft. Hierna schakelt het
BMS de led-display uit om de
accu te sparen.
Een groen lampje 5<L<10%
Twee groene lampjes 10≤ L<30%
Drie groene lampjes 30≤ L<50%
Vier groene lampjes 50≤ L<75%
Vijf groene lampjes ≥75%
5.4 De accu opladen
U kunt de accu opladen terwijl hij op de fiets zit
en als hij daarvan weggenomen is.
Lithium-ionaccu's hebben geen geheugeneffect.
U kunt uw accu altijd opladen, zelfs na een
korte rit.
Laad de accu op bij een temperatuur tussen 0 en
45 °C (ideaal is bij kamertemperatuur of 20 °C).
Geef de accu voldoende tijd om op deze tempe-
ratuur te komen voordat u begint met opladen.
Lees de aanwijzingen op de oplader voordat u
gaat opladen.
1. Steek eerst de stekker van de laadkabel in
de laadaansluiting op de accu en daarna de
stekker van de lader in een stopcontact.
2. Zodra de lader is aangesloten op de stroom-
toevoer gaat er een rode led branden.
rood
Oplader met pijl en tekst 'rode led'
Als het opladen klaar is, verandert de led van
rood naar groen.
groen
Oplader met pijl en tekst 'groene led'
De laadtijd is afhankelijk van verschillende factoren.
Deze wisselt sterk naar gelang de temperatuur,
leeftijd, slijtage en vermogen van de accu. U kunt
de indicaties van de mogelijke laadtijden eventueel
vinden in de technische gegevens van de accu.
Als de accu volledig opgeladen is, stopt het
oplaadproces automatisch. Haal de stekkers uit
de accu en het stopcontact.