Nederlands –10
1 270 020 XBN | (14.6.17) Bosch eBike Systems
Indicatie foutcode
De componenten van het eBike-systeem worden permanent
automatisch gecontroleerd. Wordt een fout vastgesteld, dan
verschijnt de betreffende foutcode op de boordcomputer.
Afhankelijk van de aard van de fout wordt de aandrijving indien
nodig automatisch uitgeschakeld. Verder rijden zonder onder-
steuning door de aandrijving is echter altijd mo gelijk. Laat de
eBike controleren voordat u er opnieuw mee gaat rijden.
Laat alle reparaties uitsluitend door een geautoriseer-
de fietsenhandelaar uitvoeren.
Code Oorzaak Oplossing
410 Een of meerdere toetsen van de
boordcomputer zijn geblokkeerd.
Controleer of er toetsen zijn vastgeklemd, bijv. door binnengedrongen vuil.
Reinig de toetse n indien nodig.
414 Verbindingsprobleem van bedie-
ningseenheid
Aansluitingen en verbindingen laten controleren
418 Een of meer toetsen van de bedie-
ningseenheid zijn geblokkeerd.
Controleer of er toetsen zijn vastgeklemd, bijv. door binnengedrongen vuil.
Reinig de toetse n indien nodig.
419 Configuratiefout Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan con-
tact op met uw Bosch eBike-dealer.
422 Verbindingsprobleem van aandrijf-
eenheid
Aansluitingen en verbindingen laten controleren
423 Verbindingsprobleem van de eBike-
accu
Aansluitingen en verbindingen laten controleren
424 Communicatiefout van de compo-
nenten onderling
Aansluitingen en verbindingen laten controleren
426 Interne tijdoverschrijdingsfout Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem d an con-
tact op met uw Bosch eBike-dealer. Het is in deze foutt oestand ni et mogelijk
om de omtrek van de banden weer te geven of aan te pa ssen in het menu
met basisinstellingen.
430 Interne accu van de boordcomputer
leeg
Boordcomputer opladen (in de houder of via USB-aansluiting)
431 Softwareversiefout Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan con-
tact op met uw Bosch eBike-dealer.
440 Interne fout van aandrijfeenheid Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan con-
tact op met uw Bosch eBike-dealer.
450 Interne Softwarefout Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan con-
tact op met uw Bosch eBike-dealer.
460 Fo ut aa n de USB- aan slu itin g Verwijder de kabel van de USB-aansluiting van de boordcomputer. Als het
probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer.
490 Interne fout van de boordcomputer Boordcomputer laten controleren
500 Interne fout van aandrijfeenheid Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan con-
tact op met uw Bosch eBike-dealer.
502 Fout in de fietsverlichting Controleer het licht en de bijbehorende bekabeling. Start het systeem
opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw
Bosch eBike-dealer.
503 Fout van snelheidssensor Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan con-
tact op met uw Bosch eBike-dealer.
510 Interne sensorfout Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan con-
tact op met uw Bosch eBike-dealer.
511 Interne fout van aandrijfeenheid Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan con-
tact op met uw Bosch eBike-dealer.
530 Accufout Schakel de eBike uit, verwijder de eBik e-accu en plaats de eBike-accu er
opnieuw in. Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan,
neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer.
Nederlands –9
Bosch eBike Systems 1 270 020 XBN | (14.6.17)
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blijft
de laatst weergegeven acculaadtoestand opgeslagen.
Ondersteuningsniveau instellen
U kunt aan de bedieningseenheid 10 instellen hoe sterk de
eBike-aandrijving u bij het trappen ondersteunt. Het onder-
steuningsniveau kan altijd, ook tijdens het fietsen, gewijzigd
worden.
Opmerking: In sommige uitvoeringen is het ondersteunings-
niveau mogelijk voora f ingesteld en kan dit niet worden gewij-
zigd. Het is ook mogelijk dat er uit minder ondersteuningsni-
veaus dan hier vermeld kan worden gekozen.
Als de eBike door de fabrikant met de „eMTB Mode” werd ge-
configureerd, dan wordt het ondersteuningsniveau „SPORT”
vervangen door „eMTB” . In de „eMTB Mode” worden de on-
dersteuningsfactor en het draaimoment dynamisch afhanke-
lijk van de trapkracht op de pedalen aangepast. De „eMTB
Mode” is alleen beschikbaar voor aandrijvingen van de
Performance Line CX.
De volgende ondersteuningsniveaus staan maximaal ter
beschikking:
– „OFF”: de motorondersteuning is uitgesc hakeld, de eBike
kan zoals bij een normale fiets alleen door te trappen wor-
den voortbewogen. De duwhulp kan op dit ondersteu-
ningsniveau niet worden geactiveerd.
– „ECO”: effectieve ondersteuning met maximale efficiëntie
voor maximaal bereik
– „TOUR”: gelijkmatige ondersteuning voor tochten met
groot bereik
– „SPORT” /„eMTB”:
„SPORT”: krachtige ondersteuning voor sportief rijden op
heuvelachtige stukken en voor rijden in de stad
„eMTB”: optimale ondersteuning op elk terrein, sportief
vertrekken, verbeterde dynamiek, maximale prestatie.
– „TURBO”: maximale ondersteuning bij flink doortrappen,
voor sportief rijden
Voor het verhogen van het ondersteuningsniveau drukt u zo
vaak op de toets „+” 14 aan de bedieningseenheid tot het ge-
wenste ondersteuningsniveau op de indicatie r5 verschijnt,
voor het verlagen op de toets „–” 13 .
Het opgeroepen motorvermogen verschijnt op de indicatie
r4. Het maximale motorvermogen hangt van het gekozen on-
dersteuningsniveau af.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blijft
het laatst weergegeven ondersteuningsniveau opgeslagen,
de indicatie r4 van het motorvermogen blijft leeg.
Hulp bij het lopen in- en uitschakelen
De functie hulp bij het lopen kan het lopen met de eBike verge-
makkelijken. De snelheid in deze functie is afhankelijk van de in-
geschakelde versnelling en kan maximaal 6 km per uur berei-
ken. Hoe kleiner de gekozen versnelling, hoe lager de snelheid
in de functie h ulp bij het lop en (bij volledig v ermogen).
De functie hulp bij het lopen mag uitsluitend bij het lo-
pen met de eBike worden gebruikt. Als de wielen van de
eBike bij het gebruik van de hulp bij het lopen geen contact
met de grond maken, bestaat gevaar voor letsel.
Voor het activeren van de duwhulp drukt u kort op de toets
„WALK” aan uw boordcomputer. Druk na de activering bin-
nen 3 s op de toets „+” en houd deze toets ingedrukt. De aan-
drijving van de eBike wordt ingeschakeld.
De duwhulp wordt uitgeschakeld zodra een van de volgende
situaties van toepassing is:
– U laat de toets „+” 14 los,
– de wielen van de eBike worden geblokkeerd (bijv. d oor het
remmen of het raken van een hindernis),
– de snelheid overschrijdt 6 km/h.
Na het loslaten van de toets „+” , blijft de duwhulp nog gedu-
rende 3 s stand-by. Drukt u binnen deze tijd opnieuw op de
toets „+”, wordt de duwhulp opnieuw geactiveerd.
Opmerking: Bij eigen systemen kan de duwhulp door het in-
drukken van de „WALK” -toets direct gestart worden.
Opmerking: De duwhulp kan op het ondersteuningsniveau
„OFF” niet worden geactiveerd.
Fietsverlichting in-/uitschakelen
In de uitvoering waarbij h et rijlicht door het eBike-systeem ge-
voed wordt, kunnen via de boordcomputer met de toets 6 te-
gelijk voorlicht en achterlicht in- en uitgeschakeld worden.
Bij ingeschakeld licht wordt het verlichtingssymbool s1 weer-
gegeven.
Het in- en uitschakelen van de fietsverlichting heeft geen in-
vloed op de achtergrondverlichting van het display.
eShift (optioneel)
Onder eShift verstaat men de opname van elektronische
schakelsystemen in het eBike-systeem. De eShift-componen-
ten zijn door de fabrikant elektrisch met de aandrijfeenheid
verbonden. De bediening van de elektronische schakelsyste-
men is beschreven in een eigen gebruiksaanwijzing.