217
Deze koelkast is bedoeld voor werking bij omgevingstemperaturen die afhangen van de op
de typeplaat vermelde temperatuurklasse.
Omgevingstemperatuur
Temperatuurklasse Symbool Maximum Minimum
Gematigd –
lang SN 32°C 10°C
Gematigd N 32°C 16°C
Subtropisch ST 38°C 16°C
Tropisch T 43°C 16°C
N.B.: De temperatuur in de koelkast kan worden beïnvloed door factoren zoals de plaats
van de koelkast, de omgevingstemperatuur en het aantal keren dat de deur wordt geopend.
Stel zo nodig de temperatuurregeling af ter compensatie van die factoren.
Temperatuurregeling – GE, Monogram modellen.
De bedieningselementen voor temperatuurregeling zijn door de fabrikant ingesteld
op 5 zowel voor het koelgedeelte als voor het diepvriesgedeelte.
Druk op de knop WARMER of COLDER (kouder) aan de kant van het vriesgedeelte
of aan de kant van het koelkastgedeelte om de setpoint-temperatuur aan te passen.
Het setpointlampje gaat nu branden. Druk op WARMER of COLDER (kouder) tot
de gewenste instelling is bereikt.
Verschillende aanpassingen kunnen nodig zijn. Telkens als u de bedieningselementen
afstelt, moet u 24 uren wachten voordat de koelkast de gekozen instelling bereikt.
Indien een van de twee of beide bedieningselementen op 0 (off – uit) worden ingesteld,
wordt de koeling in zowel het koelgedeelte als het vriesvak stopgezet, maar wordt
de stroomtoevoer naar de koelkast niet uitgeschakeld.
De instellingen variëren en hangen af van uw persoonlijke voorkeur, het gebruik
en de bedrijfsomstandigheden en kunnen eventueel meer dan eenmaal moeten
worden veranderd.
N.B.: Wanneer u de koelkast koopt, zijn de bedieningselementen voor de
temperatuurregeling bedekt met een plastic beschermlaagje. Verwijder het laagje nu,
indien het tijdens de installatie al niet werd verwijderd.
Het systeem beschikt over een van onderstaande bedieningselementen voor temperatuurregeling:
Interne
bedieningselementen
voor de temperatuur
Externe setpoint-
bedieningselementen
(0-9)
GE Modellen
Grenzen omgevingstemperatuur