13
7. Aansluiten op netwerken en apparaten
De telefoon kan op meerdere wijzen verbonden worden met netwerken en apparaten.
Inclusief mobiele netwerken voor voice en data transmissie, Wi-Fi data netwerken en
Bluetooth apparaten zoals headsets. De telefoon kan ook op de computer worden
aangesloten, voor het overzetten van bestanden van de SD kaart naar de harde schijf.
Deel de mobiele data connectie via USB of als een draagbare Wi-Fi hotspot.
7.1 Wi-Fi
Wi-Fi is een draadloze netwerk technologie die internet toegang verschaft tot een afstand
van circa 100 meter, afhankelijk van de sterkte van de Wi-Fi router en de omgeving
(veel/weinig obstakels). Configureer de WLAN als volgt:
Main menu--> Settings-->WIFI check WIFI om aan te zetten.
Enter WIFI. De Telefoon scant beschikbare Wi-Fi netwerken en geeft een overzicht
van de namen die het gevonden heft. Beveiligde netwerken zijn voorzien van een Slot
icon. Als de telefoon een netwerk vind dat reeds vaker is gebruikt maakt het daarmee
contact.
Klik op een netwerk om aansluiting te krijgen.
Als het een open netwerk betreft, krijg je een prompt om te bevestigen dat je toegang
wil, door op Connect te klikken krijg je toegang.