Knip de uiteinden van de kabelbinders af net achter de geleider.
Spaakmagneet (permanente magneet)
De spaakmagneet moet aan een spaak worden bevestigd, zodat deze zo dicht mogelijk bij de
uitstekende markering van de zender komt zonder hem aan te raken.
Ideaal is een afstand van niet meer dan 1 mm.
Ontvangstapparaat
Bevestig de houder aan de linkerkant van het stuur. Plaats de rubberen kussens binnen in de beugel
om uitglijden te voorkomen.
Ontvanger (computereenheid)
Schuif de ontvanger voorzichtig in de geleiderails van het armatuur totdat deze in de eindpositie
klikt.
Als u de ontvanger uit de houder wilt verwijderen, drukt u tegen het kleine lipje op de houder (zie
afbeelding) en schuift u deze eraf.
AAN DE SLAG
Druk nu herhaaldelijk op de rechter knop totdat SPD en ATM op het display verschijnen.
Test de uitlijning van de gemonteerde componenten (zender en spaakmagneet) door het voorwiel te
draaien.
Als de aanpassing correct is, een beweging van de Rads laten nu de snelheid zien.
De voorwaarde is natuurlijk dat de batterijen zijn geplaatst en een RESET is uitgevoerd, zoals
beschreven op pagina 4.
Wanneer het apparaat ongeveer 5 minuten in rust is (er worden geen waarden weergegeven)
Wanneer de signalen correct worden verzonden en de waarden worden gemeten, knippert de ((*))
terwijl het display beweegt.