193
Verklarende woordenlijst
Gigaset N300/N300A IP / NDL / A31008-xxxx-xxxx-x-xxxx / Glossary.fm / 22.12.10
Version 4, 16.09.2005
T
TCP
Transmission Control Protocol
Transportprotocol. Beveiligd transmissie-
protocol: voor de overdracht van gegevens
wordt een verbinding tussen verzender en
ontvanger tot stand gebracht, bewaakt en
weer verbroken.
Terugbellen indien bezet
= CCBS (Completion of calls to busy subscri-
ber). Als de beller een bezetsignaal krijgt,
kan hij de terugbelfunctie activeren. Wan-
neer de aansluiting aan de andere kant vrij-
komt, wordt dit aan de beller gemeld. Zodra
deze de hoorn opneemt, wordt de verbin-
ding automatisch tot stand gebracht.
Terugbellen bij niet opnemen
= CCNR (Completion of calls on no reply).
Wanneer een opgeroepen gesprekspartner
niet opneemt, kan de beller een automati-
sche terugbelopdracht instellen. Zodra de
gesprekspartner aan de andere kant voor
het eerst een verbinding tot stand heeft
gebracht en weer vrij is, wordt dit aan de bel-
ler gemeld. Deze functie moet door de tele-
fooncentrale worden ondersteund. De
terugbelopdracht wordt na ongeveer 2 uur
(afhankelijk van de VoIP-provider) automa-
tisch gewist.
TLS
Transport Layer Security
Protocol voor de versleuteling van gege-
vensoverdracht op internet. TLS is een hoger
Transportprotocol.
Transportprotocol
Regelt het gegevenstransport tussen twee
communicatiepartners (toepassingen).
Zie ook: UDP, TCP, TLS.
U
UDP
User Datagram Protocol
Transportprotocol. In tegenstelling tot TCP
is UDP een onbeveiligd protocol. UDP
brengt geen vaste verbinding tot stand.
Datapakketten (zgn. datagrammen) worden
als broadcast verzonden. De ontvanger is
zelf verantwoordelijk voor de ontvangst van
de gegevens. De verzender krijgt geen mel-
ding van de ontvangst.
Transmissiesnelheid
Snelheid waarmee gegevens in het WAN of
LAN worden verzonden. De transmissiesnel-
heid wordt gemeten in gegevenseenheden
per tijdeenheid (Mbit/s).
URI
Uniform Resource Identifier
Tekenreeks die dient ter identificatie van
bronnen (bijvoorbeeld -e-mailontvanger,
http://gigaset.com, bestanden).
In het Internet worden URI’s gebruikt voor
de uniforme aanduiding van bronnen. URI’s
worden ook aangeduid als SIP-adres.
URI’s kunnen in de telefoon als nummer wor-
den ingevoerd. Door een URI te kiezen, kunt
u een internetgebruiker met VoIP-voorzie-
ning bellen.
URL
Universal Resource Locator
Wereldwijd uniek adres van een domein op
Internet.
Een URL is een subtype van de URI. URL’s
identificeren een resource aan de hand van
de locatie (Engels location) in het Internet.
Het begrip wordt om historische redenen
vaak gebruikt als synoniem voor URI.
User-ID
Zie Gebruikersidentificatie.