76 77
den gemonteer d die zijn uitgerust met statische
driepuntsgordels in o vereenst emming met de
norm ECE/EEG R6.
W AARSCHUWING
26. Leg het hoofd v an het kind uit v eiligheidsoverwe-
gingen nooit in de richting van het portier . Wan-
neer de dr aagmand eenmaal op de achterzitting
is gemonteer d v erzek er t u zich er van dat het vei-
ligheidssysteem v an de draagmand voor de vei-
ligheid van het kind goed is v astgez et, v ooral als u
een reis maakt. Nadat de dr aagmand op de ach-
terzitting is gemont eerd zet u de rugleuning op de
laagste stand en laat u de dr aaghandgreep zak-
k en. Na de montage op de achterzitting moeten
de gordels van de zitting w aarmee het v eiligheids-
systeem van de dr aagmand aan het voertuig is
bevestigd goed gespannen zijn. St el de gordel van
de zitting op de maximale lengte af om de stabili-
teit van de draagmand t e garander en wanneer hij
in de auto wor dt gebruikt. Stel de veiligheidsgor-
del af om de draagmand in het v oer tuig stabiel te
houden. De gordel moet goed gespannen zijn en
mag nooit verdr aaid zitten.
DE VEILIGHEIDSGORDEL IN DE A UT O GEBRUIKEN
27. Als de draagmand wordt gebruikt als aut ostoeltje,
drukt u op de middelste knop om de gesp t e ope-
nen, zie Fig. 27a. Sluit de gesp op beide kanten
aan. De gesp kan worden vast gezet, zie Fig. 27b.
Opmerking: gebruik altijd de veiligheidsgor del
wanneer het kind in de draagmand ligt.
DE VEILIGHEIDSGORDEL BUITEN
DE A UT O GEBRUIKEN
28. Wanneer u de draagmand buiten de auto ge-
bruikt, moeten de veiligheidsgordels v erborgen
worden. V er wijder het verkleink ussen door de gor-
del uit de openingen (Fig. 28a) te halen. Neem de
twee uiteinden van de gor del v an het matrasje
door de gor dels door de bijhor ende openingen
(Fig. 28b) te halen. Plaats de twee uit einden van
de gordel in de richting van het voet eneinde van
de draagmand (Fig. 28c). Leg het matr asje terug
zodat beide uit einden v an de gordel wor den be-
dekt. V oor gebruik in de aut o moeten de handelin-
gen in omgek eerde volgorde wor den v erricht om
de gordel weer bruikbaar t e maken.
DE VENTILA TIEOPENING GEBR UIKEN
29. De ventilatieopening openen: draai de knop
onder de mand t egen de klok in en de ventila-
tieopeningen worden geopend. De ventilatie-
functie is nu geactiveer d met alle openingen
naar bo ven.
30. De ventilatieopening sluiten: draai de knop
onder mand met de klok mee en de v eiligheids-
openingen worden geslot en (zie Fig. 30a/30b).
Met de openingen omlaag is er geen ventilatie.
GEBRUIK OP DE W ANDEL W AGEN
31. De draagmand monter en: als u de draagmand
op het frame gebruikt, sluit u de adapt er aan
en duwt u de draagmand omlaag tot u een klik
hoort (zie Fig. 31a/31b). De draagmand is nu
goed op het frame gemont eerd, zoals wor dt
getoond in Fig. 31c.
32. Duw tegen de v ergr endeling C zoals door de
pijl in Fig. 32a wordt aangegev en, til knop D op
de bodem van de draagmand omhoog, z oals
door de pijl wor dt aangegeven en til hem op.
V er volgens kan de draagmand op een voudige
wijze van de w andelwagen worden gehaald (zie
Fig. 32b/32c).
Z ORG EN ONDERHOUD
V oor veiligheidsdoeleinden. Dit product heeft regel-
matige controles en onderhoud nodig. Houd alle de-
len schoon. Als de onder delen hard worden br engt u
er een laagje siliconen smeerspr ay op aan. Metalen
delen, de zitting en de stoen delen: met een in een
sopje met warm w ater en een fijn r einigingsmid-
del bevochtigde doek schoonmaken en af drogen.
Gebruik geen s chuurmiddelen of schoonmaakmid-
delen met ammoniak, bleekmiddel of alcohol. Het
dekje en de accessoir es kunnen wor den verwijder d
om te wor den gereinigd. De kap kan wor den v er wij-
derd door hem v an de bevestigingsmechanismen
te halen. Gebruik geen oplosmiddelen, chemische
reinigingsmiddelen of smeermiddelen op de onder-
delen van het autostoeltje en pr obeer nooit om de
stof te blek en of t e verven. Ber g de draagmand nooit
op als hij nog vochtig is. W acht tot hij helemaal is
opgedroogd. Als hij vochtig is, z et u hem helemaal
open in een warme ruimt e en droogt u hem met
een zachte doek. Als u de dr aagmand v ochtig op-
bergt kan hij gaan s chimmelen. Het gebruik in de
buurt van z ee kan zoutaanslag ver oorzak en. Houd
de draagmand r egelmatig schoon met een in een
sopje met warm water en een jn reinigingsmiddel
bevochtigde doek. Gebruik de draagmand in over-
eenstemming met de aanwijzingen om elk e v orm
van s chade te v oorkomen. V erricht algemeen on-
derhoud op de draagmand voor dat u hem voor een
tweede kind gebruikt.
SAMENSTELLING
Bekleding: 100% polyest er
Fr ame: aluminium
AFMETINGEN
Br: 97.5 cm;
H: 60 cm;
D: 107 cm.
W AARSCHUWINGEN
• W AARSCHUWING: Alleen gebruiken op een
stevige stabiele onder grond die vlak, horizon-
tal en droog is.
• W AARSCHUWING: Laat geen andere kinder en
zonder toezicht in de buurt v an de reiswieg
spelen.
• Contr oleer het pr oduct regelmatig op gebre-
k en. In het bijzonder de dr aaghandgreep en de
bodem van de draagmand.
• V oordat u de dr aagmand waarmee u het kind
vervoert optilt, controleert u of de gr eep in de
juiste gebruiksstand staat.
• Alv orens de draagmand op t e tillen of t e ver-
plaatsen, moet de basis in de laagste stand
afgest eld worden.
• Het hoof dje van het kind in de dr aagmand mag
nooit lager liggen dan het lichaam.
• W AARSCHUWING: Het bevestigingssysteem
dient te wor den v er wijderd w anneer het pro-
duct buiten de w agen wordt gebruikt.
• Laat het kind nooit z onder toe zicht in de draag-
mand! Houd het kind altijd in de gaten.
• Gebruik alleen reserveonder delen die door de
fabrikant zijn gelev erd of goedgekeur d.
• Ov erbelast de draagmand niet met een twee-
de kind of voorwerpen.
• Dit pr oduct is geschikt voor kinder en v anaf de
geboorte tot ongeveer 9 maanden.
• Dit pr oduct is alleen geschikt voor een kind dat
niet zonder hulp kan zitten of omrollen en zich
niet kan opduwen op handen en knieën. Maxi-
mum gewicht van het kind: 9 kg;
• Gebruik de draagmand nooit op passagierszit-
tingen met airbags.
• De dr aagmand mag uitsluitend op de achter-
bank van de aut o worden gemonteer d, zoals
beschr even in de handleiding. Installeer hem
nooit op de voorzitting.
• Gebruik de draagmand altijd met goed beves-
tigde gordel.
• Gebruik de draagmand nooit zonder dat hij
met de gordel in de aut o of op de kinderwagen
is bevestigd.
• Zor g ervoor dat de dr aagmand stevig kan wor-
den vastgez et wanneer hij op een w andelwa-
gen wordt gebruikt.
• De gesp moet altijd eenv oudig toegank elijk zijn.
• Kinder en mogen nooit met de gesp spelen.
• Het is belangrijk dat het kind bij een noodsitua-
tie snel uit de draagmand kan wor den gehaald.
• Alleen geschikt als de goedgek eurde voertui-
gen zijn uitgerust met vaste of opr olbare drie-
puntsgordel, die is goedgek eurd volgens de
VN/ECE voorschriften nr . 16 of ander e gelijk-
waar dige normen.
• Het kind moet zich bij afst ellingen uit de buur t
van de bewegende delen bevinden. W ees er g
voorzichtig w anneer dez e handelingen worden
verricht met het kind in de buurt.
• Ber g de draagmand niet op in een vochtige,
k oude of er g warme ruimte en gebruik hem ook
nie t i n e en dergelijk e ruimte. Houd hem uit de
buurt van vuur of warmtebr onnen.
• Draag het pr oduct nooit met de draaghand-
greep op de tweede stand, maar houd die altijd
recht o vereind.
• Wij adviser en u dringend beschadigde acces-
soir es of onder delen te vervangen.
• Bagage of andere voorwerpen die in geval van
een botsing letsel k unnen v eroorzak en moeten
goed worden v astgez et.
• Neem contact op met uw dichtstbijzijnde win-
k elier als u problemen heeft met of vragen o ver
het gebruik.
• Dit pr oduct is alleen geschikt v oor een kind dat
nog niet zelfstandig kan zitt en.
• Niet gebruik en als er onderdelen kapot of ge-
scheur d zijn, of ontbr eken.
• Gebruik altijd het v eiligheidsbevestigingssysteem.
• Leg geen ander matrasje bovenop het matr as-
je dat door de f abrikant is geleverd of goed-
gek eurd.
• LET OP Gebruik een tuigje z odra uw kind z elf-
standig kan zitten.