Vervanging van de batterij
Trek het apparaat uit het stopcontact.1.
Druk de twee vergrendelveren aan de 2.
zijkant van het batterijvak tegelijkertijd
samen en trek het batterijvak uit het ap-
paraat.
Haal de verbruikte batterijen eruit en 3.
breng ze bij een inzamelpunt voor oude
batterijen.
Leg 2 nieuwe batterijen (1,5 V knoopcel-4.
len, type LR44/AG13) in het batterijvak.
Let bij het inleggen op de juiste polariteit.
(+/-), zoals op de bodem van het batteri-
jvak is afgebeeld.
Steek het batterijvak met de beide contac-5.
tveren in de sleuven van het apparaat en
druk tot het vastklikt.
Aanwijzingen:
het batterijvak kan maar in een richting in het
apparaat worden gezet, let op de contour van
de behuizing.
Het batterijvak moet er voor de heringebruik-
name compleet zijn ingezet.
Als u het apparaat gedurende een langere
tijd niet gebruikt, neemt u de batterijen uit het
apparaat, om te voorkomen dat ze vroegtijdig
leeglopen.