6.1 5/10 liter apparaten >> 6.1.1 Veiligheidsklep controleren >>
afbeeldingen
–
6.1.2 Reservoir ontluchten, reservoir leegmaken en met plantenbeschermingsmiddelen vullen >>
afbeeldingen
–
! Veiligheids-/ontluchtingsklep - rode drukknop - indrukken tot het apparaat drukloos is.
! Voor het vullen van sproeiers moeten alle op de houders van chemische stoffen aangege-
ven aanwijzingen over gevaren (R-zinnen/Richtlijn gevaarlijke stoffen) en veiligheids -
aanbevelingen (S-zinnen/Richtlijn gevaarlijke stoffen) worden opgevolgd.
! Houd rekening met de max. vulhoeveelheid (zie Technische gegevens). Gebruik de door
de fabrikant van het sproeimiddel voorgeschreven juiste dosering en concentratie.
>>
afbeelding
Gebruik bij het vullen de meegeleverde vulzeef. Vooral bij
plantenbeschermingsmiddelen die poedervormige concentraties vereisen, moet de meegeleverde vul-
zeef als voorfiltering worden gebruikt.
6.2 Sproeien >>
afbeeldingen
–
Bij de omgang met het apparaat en plantenbeschermingsmiddelen kunnen
gevaren optreden die u kunnen verwonden. Volg daarom de veiligheidsaanwijzingen/
beschermingsmaatregelen van deze gebruiksaanwijzing en de volgende aanwijzingen:
! Gebruik het apparaat uitsluitend in verticale stand, rechtop hangend.
! Door de druk hendel op de snelsluit klep in te drukken, wordt het sproeiproces gestart. Door de
drukhendel los te laten, wordt het sproeien onmiddellijk onderbroken.
! Met het pompproces kunt u de sproeidruk van de sproeikop beïnvloeden.
! Pomp opnieuw zodra de sproeidruk daalt.
! Om een gelijkmatige sproeidruk en een lange sproeicyclus te behalen stelt u de "drukregelaar
op de snelsluitklep" * op de voorgeschreven sproeidruk (zie sproeikoptabel, hoofdstuk 7.1) in
(zie afbeelding 19).
! Wanneer de druk in het reservoir onder ingestelde druk daalt, pompt u het reservoir bij om een
uniforme vloeistofverspreiding te garanderen.
! Let bij het sproeien op een uniforme besproeiing van objecten.
! Bij het gebruik van speciale sproeipijpen (verlengingspijpen, brede sproeipijpen enz.) moet een
hogere druk op de drukregelaar worden ingesteld.
* Alleen bij apparaatvarianten 410T en 510T.
7 Aanwijzingen voor spuitkopselectie, dosering en controle
7.1 Aanwijzingen voor spuitkopselectie
LET OP
AANWIJZING!
ATTENTIE
Sproeibeeld Boring of Sproeihoek Doorstromings- Kenmerk Geoptim. druk Filter
kleinste capaciteit in l/min
open breedte bij druk/bar
Art. 725830
Holle kegel 1 mm 55° 0,42/0,49/0,50/0,60 G-H-49-55 2 bar Serie
1,5 / 2,0 / 2,5 / 3,0
Art. 725820 Speciale
Holle kegel 2 mm 80° 1,00/1,16/1,30/1,47 G-H-116-80 2,5 bar acces-
1,5 / 2,0 / 2,5 / 3,0 soires
Art. 111.0000
Vlakke straal 0,45 mm 80° 0,56/0,65/0,75/0,8 80-02 2,0 bar Sonder-
1,5 / 2,0 / 2,5 / 3,0 zubehör
A