3.2 CONTROLE VOOR HET IN GEBRUIK NEMEN
3.2.1 Controleer alle bevestigingsbouten en trek deze zo nodig na.
3.2.2 Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer de accuconditie aan
de hand van de restspanning indicator op de koplamp.
3.2.3 Draai de contactsleutel naar “OFF”.
3.2.4 Controleer de bandenspanning.
3.2.5 Controleer de kettingspanning.
3.2.6 Laad de accu de eerst 3 keer minimaal 12 uur door. Dit verhoogt de
capaciteit van uw accu. Als de indicator vol aangeeft na een paar
uur, dient u toch de accu op de lader te laten. De lader gaat dan
namelijk over op “druppelladen”.Dit is erg belangrijk dat u deze fase
doorloopt met de accu. Door te druppelladen tot de minimale 12 uur,
bevestigt u de maximale capaciteit van de accucellen. (indien u dit
niet doet, zal de reikwijdte minder zijn dan de fabrieksopgave)
3.3 GEBRUIK
3.3.1 Indien alle bovenstaande controles uitgevoerd zijn en een
bevredigend resultaat hebben is de fiets gereed voor gebruik.
3.3.2 Door de trappers vooruit te bewegen zal na enige keren trappen de
trapondersteuning geactiveerd worden. Stoppen met trappen
schakelt de trapondersteuning uit.
3.3.3 De trapondersteuning reageert op de snelheid van de trapbeweging.
3.3.4 Om te stoppen stopt u met trappen en knijpt u gedoseerd de
remhandels in tot volledige stilstand.
3.4 ACTIERADIUS
3.4.1 De actieradius is sterk afhankelijk van de mate waarin men zelf mee
trapt, de gereden snelheid, het gewicht van de berijder en de weers-
en terreinomstandigheden.
3.4.2 De resterende lading van de accu is af te lezen op de meter op de
aanwezige LED’s. Op het stuur is ook een indicator voor de accu.
Deze kan echter afwijken.
3.4.3 volledige laadbeurten van 12 uur.
3.5 LADEN
3.5.1 Steek de tweepolige plug van de lader in de laad-connector van de
accu. Steek vervolgens de tweepolige euro stekker in een
wandcontactdoos, 230V/50Hz
3.5.2 Tijdens het laden zal de laadcontrole LED rood oplichten. Als de
LED groen oplicht is het laden voltooid.
3.5.3 Na voltooien van het laden verwijdert u éérst de stekker uit de
wandcontactdoos en vervolgens de plug uit de accu waarna u de
stofkap weer terugplaatst. ( let op dat u wel de eerste 3 laadbeurten
minimaal 12 uur op de lader laat staan, zoals eerder vermeld in
deze handleiding)
3.5.4 AANVULLENDE INFORMATIE BIJ HET LADEN
3.5.4.1 Laat de accu liefst dagelijks na elk gebruik van de fiets op.
3.5.4.2 Kies voor het laden een droge en koele plaats en houdt kinderen en
huisdieren op een afstand.
3.5.4.3 Gebruik in GÉÉN geval de lader als deze nat is of zichtbare schade
aan een der onderdelen heeft. Wendt u zich in het laatste geval tot
de dichtstbijzijnde service dealer.
3.6 BEDIENING VAN DE VERLICHTING
3.6.1 Het voorlicht schakelt u in door op de knop aan de bovenzijde van
de lamp te drukken.
3.6.2 Het achterlicht schakelt u in door de schakelaar in de on- of auto
stand te schakelen.