8
• Onder deze voorwaarden kunnen Graupner LiIo-/LiPo-accu’s met max. 2C (de waarde van 1C komt overeen
met de capaciteit van de cel) laadstroom worden geladen. Vanaf een spanning van max. 4,2V per cel moet
met een constante spanning van 4,2V per cel verder geladen worden, tot de laadstroom onder de 0,1 … 0,2A
komt.
• Een spanning van meer dan 4,20 V per cel moet in ieder geval worden vermeden, omdat de cel anders
permanent wordt beschadigd en in brand kan vliegen. Om een overladen van individuele cellen in een pack te
voorkomen, moet voor een langere levensduur de afschakelspanning tussen 4,1V … 4,15V per cel worden
ingesteld.
• Laad u nooit de accucellen met een verkeerde polariteit. Wanneer de accu’s foutief gepoold worden geladen,
ontstaan er abnormale chemische reacties en wordt de accu onbruikbaar. Breuken, rook en vlammen kunnen
daardoor ontstaan.
• Het toegestane temperatuurbereik bij het laden en opslaan van LiIo-/LiPo-accu’s bedraagt 0 … +50 °C.
• Opslag: LiIo-/ LiPo-cellen moeten bij een ingeladen capaciteit van 10 … 20% bewaard worden. Daalt de
spanning van de cellen onder de 3V, dan moeten deze in ieder geval worden bijgeladen naar 10 … 20% van
de volle capaciteit, anders wordt de accu door verdergaande diepe ontlading tijdens het bewaren in ontladen
toestand onbruikbaar.
Bijzondere aanwijzingen bij de ontlading van Graupner LiIo-/LiPo-accu’s
• Een continu-belasting van 1C vormt voor Graupner LiIo-/LiPo-accu’s geen groot probleem. Bij grotere stromen
moet u letten op de specificaties in de catalogus. Let wel op de max. belasting van het stekkersysteem, zie
max. ontlaadstroom op de accu.
• Een ontlading onder de 2,5V per cel beschadigt de cellen permanent en moet daarom absoluut vermeden
worden. De zender MC-32 HoTT schakelt zichzelf bij het bereiken van de ondergrens van 3,3 V uit. Vermijd in
ieder geval kortsluitingen. Permanente kortsluiting leidt tot verwoesting van de accu, hoge temperaturen en
eventueel brand.
• De accutemperatuur bij het ontladen mag in geen geval boven de +70 °C komen. In dit geval moet er voor
een betere koeling of een geringere ontlading worden gezorgd. De temperatuur kan gemakkelijk met een
infrarood-thermometer best.-nr. 1963 worden gecontroleerd. De accu mag nooit via de laadaansluiting van de
zender worden ontladen. Deze bus is daarvoor niet geschikt.
Verdere aanwijzingen bij het gebruik
• Sluit de accu’s nooit kort. Een kortsluiting veroorzaakt een heel hoge stroom, die de cellen opwarmt. Dit leidt
tot het verlies van elektrolyt, gassen of zelfs explosies. Hou de Graupner LiIo/-LiPo-accu’s uit de buurt van
geleidende oppervlakten, die een kortsluiting kunnen veroorzaken.
• Omgang met de aansluitpunten:
De aansluitpunten zijn niet zo stevig als bij andere accu’s. Dit geldt vooral voor de pluspool. De aansluitingen
kunnen makkelijk afbreken. Vanwege de warmteoverdracht mogen de aansluitlippen niet direct worden
gesoldeerd.
• Verbinding van de cellen:
Direct solderen aan de accucellen is niet toegestaan. Direct solderen kan componenten van de accu’s zoals
separator of isolator door de hitte beschadigen.
Accu-aansluitingen kunnen alleen door industrieel puntlassen worden gemaakt. Bij een ontbrekende of
losgetrokken kabel moet een professionele reparatie door de fabrikant of de importeur plaatsvinden.
• Vervangen van individuele accucellen:
Het vervangen van accucellen mag alleen door de fabrikant of importeur worden gedaan, en nooit door de
gebruiker zelf.
• Defecte cellen niet meer gebruiken:
Beschadigde cellen mogen in geen geval weer worden gebruikt.
• Kenmerken van beschadigde cellen zijn o.a. een beschadigde behuizing, vervorming van de accucellen, de
geur van elektrolyt of uitlopend elektrolyt. In deze gevallen is een verder gebruik van de accu’s niet meer
toegestaan.
• Beschadigde of onbruikbare cellen zijn Klein Chemisch Afval en moeten op de juiste manier worden
afgedankt.
Algemene waarschuwingen
• De accu’s mogen niet in het vuur of in hete as terecht komen.
• Ook mogen de cellen niet in vloeistoffen zoals water, zeewater of dranken worden ondergedompeld. Ieder
contact met vloeistoffen moet worden vermeden.
• Losse cellen en accu’s zijn geen speelgoed en mogen daarom niet in de handen van kinderen terechtkomen.
Accu’s/cellen buiten bereik van kinderen bewaren.
• Accu’s mogen niet in de buurt van baby’s of kleine kinderen komen. Zou een accu worden ingeslikt, dan direct
een arts waarschuwen.