vrij programmeerbare mixers* “A, B, C” 26
*De programmering van de ze mixer is normaal gesproken niet nodig en zal alleen bij speciale functies van
betekenis zijn. Let u echter bij het eventuele programmeren van een vrije mixer in ieder geval op de
“aanwijzingen” op bladzijde 27 van de handleiding. Let u er vooral op, dat een aan CH6 op de zenderprint
aangesloten stuurelement bedoeld is om de pitch-servo nauwkeurig te kunnen afstellen. De stuuruitslag is
daarom begrensd op 25%.
Aansluiting van externe bedieningselementen op de zenderprint voor het helicopter-
programma
2 kanaals proportionele draaimodule Best.-nr. 4170
aansluitrichting van de aan CH5, CH6, CH7 aangesloten modulen verandert alleen hun stuurrichting
schakelaar korte greep schakelaar lange greep veiligheidsschakelaar momentschakelaar
Best.-nr. 4160.1 Best.-nr. 4160 Best.-nr. 4147.1 Best.-nr. 4160.11
In het helicopterprogramma hebben de 6 externe schakelaars, die aan de bussen 0 tot 5 kunnen worden
aangesloten, de volgende functies (zie ook bladzijde 13):
0 D/R / Expo “rollen”
1 D/R / Expo “nicken”
2 D/R / Expo “hekrotor”
3 autorotatie en vrij progr. mixer “C”
4 gasvoorkeuze en vrij progr. mixer “B”
5 vrij progr. mixer “A”
Aan de beide aansluitingen CH6 en CH7 kunnen ook nog twee draaimodulen (Best.-nr.
4170
) geïnstalleerd
worden:
CH6 totale pitch-trimming
Bij het heli-model stuurt de gas / pitchstuurknuppel de gasservo en de pitch-servo’s samen. Via het aan
CH6 aangesloten stuurelement kan de pitch-instelling, gescheiden van de gasservo, tot max. 25% van de
maximale stuuruitslag worden bijgesteld.
CH7 instelling van het autopiloot - ( “gyro-“) effect*
* aanwijzingen voor het autopiloot-effect:
Enkele autopiloot-systemen, b.v. de GRAUPNER / JR Gyrosystemen PIEZO 450 900, 2000 en 3000, maken het
mogelijk om het autopiloot-effect via een aan bus CH7 op de zenderprint aangesloten draaimodule proportioneel
en traploos in te stellen. Bij “-100%” uitslag van de draaimodule is het autopiloot-effect gereduceerd tot nul, bij
“+100%” is het effect maximaal. Verkleint u eventueel het effectbereik van de draaimodule via de servo-
uitslaginstelling “TRV ADJ.”. De draairichting van de draaimodule verandert u via de servo-omkeer “REV
NORM”.
De (statische) instelbaarheid van de autopiloot biedt u de mogelijkheid, om bijvoorbeeld normale, langzame
vluchten met maximale stabilisering te vliegen, maar bij snelle rondvluchten en kunstvlucht het autopiloot-effect
te verkleinen.
Instelling van het autopiloot-systeem:
Om een maximaal mogelijke stabilisering van de helicopter om de hoogte-as door het autopiloot-systeem te
verkrijgen, moet u op de volgende aanwijzingen letten:
•
De aansturing moet spelingsvrij en lichtlopend zijn.
• De stuurstang mag niet doorbuigen.
• Een sterke en vooral snelle hekrotor-servo gebruiken.
Hoe sneller als reactie van het autopiloot-systeem op een draaiing van het model een corrigerende
stuwkrachtverandering van de hekrotor tot stand komt, des te verder kan de draaimodule “7” voor het
autopiloot-effect opengedraaid worden, zonder dat de staart van het model begin te pendelen, en des te beter is
de stabiliteit om de hoogte-as. In andere gevallen bestaat het gevaar, dat de staart van het model al bij een gering
ingestelde autopiloot-gevoeligheid begint te pendelen, wat dan weer door een verder gereduceerde autopiloot-
gevoeligheid moet worden verhinderd.