NEDERLANDS
15
INLEIDING
___________________________________________________________________________
Starten van het kalibreren
1 Rijd met uw voertuig naar een plaats waar u vrij zicht heeft in de richting
van de hemel. Verzeker u ervan dat alles correct aangesloten is.
2 Schakel het contact in.
3 Lees de waarschuwingsaanwijzing op het beeldscherm en druk ter bevesti-
ging op de OK-toets.
4 Wacht tot een soortgelijk beeld verschijnt en de ontvangst van minstens vier
satellieten weergegeven wordt.
Door middel van een analyse van een snelheidsafhankelijk signaal en
door middel van de ingebouwde gyroscoop (elektron. kompas) berekent het
systeem de snelheid en rijrichting van uw voertuig.
De kracht van het snelheidsafhankelijke signaal hangt af van het type voer-
tuig en van de omtrek van de banden. Daarom dient u nu ongeveer vijf
tot tien minuten „een stukje te gaan rijden”. Het systeem vergelijkt daarbij
voortdurend de berekende positie met de vastgelegde landkaart. De
nauwkeurigheid van de positiebepaling neemt aanzienlijk toe.
In deze rit dient een gedeelte snelweg en provinciale weg te zijn opgeno-
men, opdat het snelheidsafhankelijke signaal met een lange-afstand-route
kan worden vergeleken.
Verder dient er in een tamelijk grote stad te worden gereden en meerdere
malen af te worden geslagen. Omdat van de grotere steden alle straten op
de cd zijn vastgelegd, maakt dit een uiterst precieze bepaling van de positie
van het voertuig en een goede scalering van de gemeten signalen mogelijk.
Daarna is een precieze positiebepaling ook dan mogelijk wanneer u voor
korte tijd geen satellietsignaal kunt ontvangen (bijv. wanneer u zich in een
tunnel bevindt).
Aanwijzing:
deze procedure is slechts 1 x na het
inbouwen af na het afklemmen van
de accuspanning vereist.