NEDERLANDS
19
ALGEMENE FUNCTIES
___________________________________________
In- en uitschakelen
1 Schakel de stereo-installatie met »ON/OFF« vanuit standby in.
– De programmabron die het laatst actief was, wordt automatisch uitgeko-
zen.
Aanwijzing:
Om in te schakelen kunnen ook de volgende toetsen op de installatie of op
de afstandsbediening gebruikt worden:
»TUNER/BAND« – Tuner-mode;
»CD
ı
II« – CD-mode;
»AUX« – gebruik van externe apparatuur.
2 Schakel het toestel met »ON/OFF« in standby.
–
Display: kort »GOOD BYE«, dan de actuele tijd.
Aanwijzing:
De stereo-installatie is alleen volledig van het stroomnet afgesloten als u de
netstekker uit het stopcontact hebt gehaald.
Programmabron kiezen
1 Kies de gewenste programmabron met »TUNER«, »CD
ı
II« of »AUX«.
– Display: »
TUNER
«, »
CD
« of »
AUX
«.
Volume veranderen
1 Volume met »
+
VOLUME – « veranderen.
– Display: kort »
VOL
« (van »
0
« tot en met »
39
«, daarna »MAX«).
Geluidsonderdrukking (Mute)
Met deze functie ”onderdrukt” u het geluid van de installatie.
1 Schakel de geluidsonderdrukking met »MUTE« op de afstandsbediening in
of uit.
– Display: bij geluidsonderdrukking »MUTE«.
f
PRESET
T UNER
!
04
f
PRESET
VOL 6
!
04
f
PRESET
MUT E
!
04
GOOD BYE