102
MEMORY/PROG Voor het opslaan van radiozenders.
PRESET UP/
Voor selectie van opgeslagen radiozenders
REPEAT (presets); voor selectie van zenderplaatsen.
1 BEAT CUT 2 Voor het omschakelen naar mono bij slechte stereo-
MONO/STEREO ontvangst (FM), aan de achterzijde van het toestel.
Cd-deel
OPEN/CLOSE Om de cd-lade te openen en te sluiten.
PLAY/PAUSE
ı
II Start de weergave van een cd; schakelt om naar
weergave-pauze.
Ľ TUNING
Ń
Kort indrukken: kiest een titel;
F-SKIP R-SKIP ingedrukt houden: zoekt een bepaalde passage.
98
PROG Voor het opslaan van een cd-muziekprogramma.
RANDOM Voor het afspelen van cd-titels in willekeurige
volgorde.
INTRO Voor het kort afspelen van de cd-titels.
REPEAT Voor herhaling van een titel of de volledige cd.
BAND/STOP
7
Beëindigt de weergave van de cd;
wist het muziekprogramma van de cd.
Cassette-deel
CLOSE Cassettevak; druk hierop om het vak te sluiten.
| Hiermee kunt u de looprichting van de cassette
TAPE DIRECTION kiezen.
●●
Start de opname.
ľ Start de weergave.
ıı Spoelt de cassette terug.
ľľ Spoelt de cassette vooruit.
■/
ə
Beëindigt de weergave/opname;
opent het cassettevak.
II Pauze bij opname en weergave.
1 BEAT CUT 2 Voor onderdrukking van fluittonen bij opname
MONO/STEREO van MW-programma’s, aan de achterzijde van
het toestel.
IN EEN OOGOPSLAG
_______________________________