20
WEERGAVE
_________________________________________________________________________________
Geluidsspoor kiezen
Bij de weergave van cassettes waarop stereo- of tweekanaal-uitzendingen
werden opgenomen, kan het geluidssignaal worden gekozen:
1 Roep tijdens de weergave het audiomenu op met »AUDIO«.
2 Kies het gewenste geluidssignaal met »
FF
« of »
EE
« en bevestig de keuze
met »OK«.
– Aanduiding op beeldscherm:
»STEREO« = stereo; »L« = links; »R« = rechts; »MONO« = mono.
3 Schakel het menu »AUDIO-MODE« uit met » i INFO«.
Weergave van NTSC-opnamen
Bij de weergave van NTSC-opnamen schakelt de videorecorder automatisch
over op dit systeem.
Aanwijzingen:
Bij NTSC-weergave is geen perfect stilstaand beeld mogelijk.
Bij NTSC-langspeelweergave kunnen beeldstoringen optreden.
Continuweergave
Als deze functie is ingeschakeld, spoelt de videorecorder aan het einde van de
videoband de cassette automatisch terug naar de bandpositie »
0:00:00
« en
start de weergave van de band opnieuw.
1 Start de weergave met » ı«.
2 Druk op »ı« op de videorecorder. Houd deze toets ingedrukt en druk
tegelijkertijd op » ľľ« op de videorecorder.
– De continuweergave begint, de toetsen op de videorecorder werken niet.
3 Beëindig de continuweergave met »■ « op de afstandsbediening.
AUDIO-MODE STEREO
ɶɶ
< >
:WISSEL
OK :DRUK IN INFO:EXIT