46
GELUIDSWEERGAVE
____________________________________
De videorecorder beschikt over twee verschillende opname- en
weergavesystemen voor het geluid.
– Het hifi-spoor, voor uitzendingen in stereo en op twee ka-
nalen.
– Het mono-spoor, voor de geluidsweergave op mono video-
recorders en voor geluidssynchronisatie.
Hifi-geluidsweergave
Aansluiten
1 De aansluitingen »AUDIO OUT R L« aan de achterkant
van de videorecorder en de betreffende ingangen van de
hifi-installatie met een gewone cinchkabel verbinden.
Voorbereiden
Hifi-installatie inschakelen.
Schuif een bespeelde cassette in de videorecorder.
Hifi-geluidsweergave
1 Start de geluidsweergave met »ı «.
2 Beëindig de geluidsweergave met »■ «.
Geluidsspoor kiezen
1 Zet het televisietoestel aan en kies op het televisietoestel de
programmaplaats »AV« voor de videorecorder.
2 Roep tijdens de weergave het audiomenu op met
»Audio«.
3 Kies het gewenste geluidssignaal met »®« of »†« en
bevestig de keuze met »OK«.
– Aanduiding op beeldscherm:
»STEREO« = stereo; »L« = links; »R« = rechts;
»MONO« = mono.
4 Schakel het audiomenu uit met »i«.