126
In- en uitschakelen
1 Toestel met de gewenste programmabron inschakelen, hiervoor de schakelaar »CD
TAPE/OFF RADIO« op de betreffende positie zetten.
2 Toestel uitschakelen, hiervoor de schakelaar »CD TAPE/OFF RADIO« op
»TAPE/OFF« zetten.
Programmabron kiezen
1 Gewenste programmabron (cd of radio) met »CD TAPE/OFF RADIO« kiezen.
Volume veranderen
1 Volume met »VOLUME« veranderen.
Ultra Bass systeem in- en uitschakelen
Met deze functie worden de bassen versterkt.
1 Ultra Bass systeem met »UBS« in- en uitschakelen.
Met hoofdtelefoon luisteren
1 Sluit de hoofdtelefoon »0« (ø 3,5 mm) aan.
– De luidsprekers van het toestel worden uitgeschakeld.
ALGEMENE FUNCTIES ___________________________________
RADIOMODE___________________________________________________
Antennes
1 Bij FM-ontvangst (UKG) de telescoopantenne »ANTENNA« uittrekken.
Aanwijzing:
Bij een te sterk FM-signaal raden wij u aan de uitschuifbare antenne in te schuiven.
2 Voor MG-ontvangst heeft de radiorecorder een ingebouwde antenne. Om deze antenne
af te stellen, dient u de radiorecorder om de eigen as te draaien.
Programmabron radio kiezen
1 Schakelaar »CD TAPE/OFF RADIO« op »RADIO« zetten.
Radiozender instellen en opslaan
Automatische zenderzoekloop
1 Kies het gewenste golflengtegebied (FM of MG) met »
7
BAND«.
2 Zenderzoekloop activeren, hiervoor »PROG/MEM« indrukken tot op het toestel de fre-
quentieweergave naar snelzoeken wisselt.
– Het toestel zoekt tot 10 zenders met een sterke ontvangst en slaat ze op. Na het einde
van de zoekloop is de op plaats 01 opgeslagen zender te horen.