NEDERLANDS
81
In- en uitschakelen
1 Toestel met de gewenste programmabron inschakelen, hiervoor de schakelaar »CD
TAPE/OFF RADIO« op de betreffende positie zetten.
2 Toestel uitschakelen, hiervoor de schakelaar »CD TAPE/OFF RADIO« in de positie
»TAPE/OFF« zetten en eventueel het cassetteloopwerk uitschakelen.
Programmabron kiezen
1 Gewenste programmabron (cd, tape of radio) met »CD TAPE/OFF RADIO« kiezen.
Volume veranderen
1 Volume met »VOLUME« veranderen.
Ultra Bass systeem in- en uitschakelen
Met deze functie worden de bassen versterkt.
1 Ultra Bass systeem met »UBS« in- en uitschakelen.
Met hoofdtelefoon luisteren
1 Sluit de hoofdtelefoon »0« (ø 3,5 mm) aan.
– De luidsprekers van het toestel worden uitgeschakeld.
ALGEMENE FUNCTIES
___________________________________
RADIO-MODE
_________________________________________________
Antennes
1 Bij FM-ontvangst (UKG) de telescoopantenne »ANTENNA« uittrekken.
Aanwijzing:
Bij een te sterk FM-signaal raden wij u aan de uitschuifbare antenne in te schuiven.
2 Voor MG-ontvangst heeft de radiorecorder een ingebouwde antenne. Om deze antenne
af te stellen, dient u de radiorecorder om de eigen as te draaien.
Programmabron radio kiezen
1 Schakelaar »CD TAPE/OFF RADIO« op »RADIO« zetten.
Radiozender kiezen
1 Kies het gewenste golflengtegebied (FM of MG) met »FM/MW«.
2 Gewenste radiozender met »TUNING« kiezen.
– De frequentie wordt in de frequentieschaal weergegeven.
Stereo-/mono-ontvangst
Als de installatie FM-stereo-uitzendingen ontvangt, dan verschijnt de stereo-indicatie in het
groen. Is het signaal van een FM-stereo-uitzending zwak, dan kan naar mono-ontvangst
omgeschakeld worden.
1 Met »FM MODE MONO/STEREO« (achterkant toestel) tussen mono- en stereo-ont-
vangst omschakelen.