NEDERLANDS
29
2 Om de instelling te activeren, kort op »EXP« drukken.
– Display: »1 - - - -« knippert.
3 Codenummer met »<« en »>« of met de stationtoetsen »1«,
»2«, »3«, »4« invoeren.
4 Om te bevestigen »EXP« indrukken, tot op het display »CODE«
verschijnt.
– De codering is gedeactiveerd.
Aanwijzing:
Indien een onjuist codenummer werd opgegeven, blijft »SAFE«
op het display staan; de radio loopt niet. Nogmaals beginnen
en daarbij de wachttijden tussen de pogingen in de gaten
houden. Zie hiervoor pagina 30.
Wanneer het toestel opnieuw ingeschakeld
wordt
Wanneer de codering is geactiveerd, is het toestel elektronisch
beveiligd zodra het, bijvoorbeeld tijdens een garagebeurt, van de
voertuigaccu resp. de stroomtoevoer (continuplusklem 30) afge-
haald wordt. Het toestel kan weer ingeschakeld worden na opgave
van de code.
1 De autoradio aanzetten.
– Display: kort »SAFE«, vervolgens »1 - - - -« indrukken.
– De »1« geeft aan hoeveel pogingen er zijn ondernomen om
de code in te voeren.
2 Codenummer met »<« en »>« of met de stationtoetsen »1«,
»2«, »3«, »4« invoeren (codenummer invoeren zoals op
pagina 28 beschreven).
3 Om te bevestigen »EXP« indrukken, tot op het display kort
»SAFE« verschijnt.
– De radio staat aan.
Aanwijzing:
Indien een onjuist codenummer werd opgegeven, blijft »SAFE«
op het display staan. Nogmaals de code invoeren en daarbij de
wachttijden tussen de pogingen (pagina 30) in de gaten
houden.
CODERING
____________________________________________
SAFE
1----
CODE
1- ---
SAFE