NEDERLANDS
11
Antenne aansluiten
Voor de ontvangst van FM (UKG)-radiozenders beschikt de hifi-installatie over een werpan-
tenne. Deze werpantenne mag niet ingekort worden.
1 Kabel van de bijgeleverde raamantenne in de aansluiting »AM ANTENNA« van de
hifi-installatie steken. Raamantenne zo plaatsen dat een zo goed mogelijke ontvangst
bereikt wordt.
Luidsprekers aansluiten
1 Luidsprekerkabel in de klemmen »SPEAKER 4 OHM + R – – L +« van de hifi-instal-
latie steken.
Sluit de rood gemarkeerde kabel aan op de rode klem.
Hoofdtelefoon aansluiten
1 Steek de plug (ø 3,5 mm) van de hoofdtelefoon in de aansluiting »0« aan de boven-
kant van de hifi-installatie.
– De luidsprekers van de hifi-installatie worden uitgeschakeld.
Netsnoer aansluiten
Aanwijzing:
Controleer of de vermelde netspanning op het typeplaatje (aan de onderkant van de
hifi-installatie) overeenstemt met de plaatselijke netspanning.
De hifi-installatie is pas volledig van het stroomnet afgesloten als u de netstekker uit het
stopcontact hebt gehaald.
1 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
Extra batterijen aanbrengen
Bij de netvoeding zorgen de hulpbatterijen ervoor dat in het geval van een stroomuitval of als
u kort de stekker uit het stopcontact trekt, de opgeslagen instellingen behouden blijven.
1 Hulpbatterijvak aan de achterkant van de hifi-installatie openen, hiervoor de afsluiting
indrukken en deksel afnemen.
2 Bij het plaatsen van de batterijen (2 x 1,5 V, type IEC LR6/AM3/AA) op de polen
onderaan het vakje letten.
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
1 Open het batterijvak door op het gemarkeerde vlak te drukken en het deksel naar
onderen te schuiven.
2 Bij het plaatsen van de batterijen (2 x 1,5 V, type IEC R03/UM4/AAA) op de polen
onderaan het vakje letten.
Aanwijzing:
Als het apparaat niet meer goed op de afstandsbediening reageert, kunnen de batterijen
leeg zijn. Lege batterijen moet u onmiddellijk verwijderen. Voor schade die ontstaat door
lekke batterijen, stelt GRUNDIG zich niet aansprakelijk.
Milieutip:
Indien bij het door u in gebruik genomen apparaat batterijen of batterijpacks zijn gele-
verd, geldt het volgende: om te voorkomen dat er mogelijk schadelijke stoffen in het
milieu terechtkomen, dienen batterijen en batterijpacks, na het beëindigen van de levens-
cyclus niet te worden weggegooid, maar te worden ingeleverd als klein chemisch afval.
Wanneer batterijen leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
AANSLUITEN EN VOORBEREIDEN _____________