NL
195
4.6 Servies voor inductiekookplaat
De pannen die voor de inductiekookplaat worden
gebruikt, moeten van metaal zijn, magnetische
eigenschappen bezitten en een voldoende grote
bodem hebben.
Gebruik uitsluitend pannen met een bodem die
voor inductie geschikt is.
Geschikte pannen Ongeschikte pannen
Geëmailleerde stalen
pannen met dikke bo-
dem
Pannen van koper, ro-
estvrij staal, aluminium,
vuurvast glas, hout, ke-
ramiek of terracotta
Gietijzeren pannen met
geëmailleerde bodem
Pannen van roestvrij
gelaagd staal, roestvrij
ferrietstaal of alumini-
um met speciale bo-
dem
Zo kunt u vaststellen of uw pan geschikt is:
Voer de hierna beschreven magneettest uit of
kijk of de pan het symbool voor het koken met in-
ductiestroom draagt.
Magneettest:
Ga met een magneet over de bodem van uw
pan. Wordt de magneet aangetrokken, dan kunt
u de pan op de inductiekookplaat gebruiken.
Opmerking:
Bij het gebruik van sommige pannen die geschikt
zijn voor inductie, kunnen geluiden optreden, die
te wijten zijn aan de bouwwijze van deze pan-
nen..
Fout: de panbodem is gewelfd. De temperatuur
kan door de elektronica niet correct worden be-
paald.
4.7 Tips om energie te besparen
-
-
-
Hier vindt u enkele belangrijke aanwijzingen om
zuinig en effi ciënt met uw nieuwe inductiekook-
plaat en uw kookgerei om te gaan.
De panbodemdiameter moet even groot zijn als
de kookzonediameter.
Bij de aankoop van pannen dient u er rekening
mee te houden dat vaak de bovenste pandiame-
ter wordt vermeld. Die is meestal groter dan de
panbodem.
Snelkookpannen zijn door de gesloten kookruim-
te en de overdruk bijzonder tijdbesparend en zui-
nig. Door de korte bereidingsduur blijven vita-
mines bewaard.
BEDIENING
-
-
-
Zorg er altijd voor, dat er voldoende vloeistof in
de snelkookpan zit, want bij een leeggekookte
pan kunnen de kookzone en de pan door over-
verhitting beschadigd raken.
Kookpannen indien mogelijk altijd met een pas-
send deksel sluiten.
Voor elke te bereiden hoeveelheid de passende
pan gebruiken. Een grote, nauwelijks gevulde
pan verbruikt veel energie.
4.8 Kookstanden
Het verwarmingsvermogen van de kookzones
kan in meerdere standen worden ingesteld. In
de tabel vindt u toepassingsvoorbeelden voor de
verschillende standen.
Kookstand
Toepassing
0 UIT-stand, benutting van de rest-
warmte
1-2 Verder koken van kleine hoeveel-
heden
3 Doorkoken
4-5
Gaar koken van grote hoeveelhe-
den, gaar braden van grote stuk-
ken
6 Braden, bechamelsaus maken
7-8 Braden
9 Aan de kook brengen, aanbraden,
braden
P Powerstand (hoogste vermogen)
Bij kookpannen zonder deksel moet evt. een ho-
gere kookstand worden gekozen.
4.9
Restwarmteweergave
De keramische kookplaat is met een restwarm-
teweergave uitgerust.
Zolang de na het uitschakelen brandt, kan de
restwarmte worden gebruikt om te smelten en
om gerechten warm te houden .
Na het uitdoven van de letter kkan de kookzo-
ne nog heet zijn. Er bestaat gevaar voor ver-
branding !
Bij een inductiekookzone wordt de keramiek niet
direct, maar alleen door de terugstralende
warmte van de pan verwarmd .