NL
210
ALGEMENE ONDERWERPEN
6 Wat doe ik als er problemen optreden?
-
-
-
-
Storingen en reparaties aan het apparaat door ongekwalificeerd personeel zijn gevaarlijk, omdat dit
kan leiden tot elektrische schokken of kortsluiting. Steek uw handen niet in het apparaat en probeer
het niet zelf te repareren. Dit kan lichamelijk letsel en schade aan het apparaat veroorzaken. Laat
dit werk altijd door een professional doen, bijv. door een technicus van de klantendienst.
Let op
Is uw apparaat defect, controleer dan of u het probleem met deze gebruiksaanwijzing zelf kunt ver-
helpen. Mogelijk kunt u enkele problemen zelf corrigeren. Deze worden hieronder beschreven.
Springen de veiligheidszekeringen regelmatig?
Neem contact op met een technische klantendienst of een elektricien!
Bevat de kookplaat scheuren of barsten?
Er bestaat een risico op elektrische schokken als de kookplaat van glaskeramiek breuken, scheuren
of andere beschadigingen bevat. Schakel het apparaat onmiddellijk uit. Zet de veiligheidszekerin-
gen om en neem contact op met de klantendienst.
Kunt u de inductiekookplaat niet inschakelen?
-
-
-
-
-
Hebt u de veiligheidszekeringen (in de meterkast) omgezet?
Is de voedingskabel aangesloten?
Is het kinderslot ingeschakeld, d.w.z. wordt er een “L” weergegeven?
Ligt er een vochtige doek, vloeistof of een metaal voorwerp op (een deel van) de sensortoetsen?
Verwijder deze!
Maakt u gebruik van ongeschikt kookgerei?
Zie het gedeelte over kookgerei voor inductiekookplaten.
De kookplaat of een kookzone wordt plotseling uitgeschakeld
-
-
-
Hebt u per ongeluk de toets ON/OFF ingedrukt?
Ligt er een vochtige doek, vloeistof of een metaal voorwerp op (een deel van) de sensortoetsen? Er
klinkt een korte signaaltoon. Na enkele seconden wordt het apparaat uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp van de sensortoetsen.
Is de veiligheidsuitschakeling geactiveerd, d.w.z. is het vermogen van de kookplaat gedurende een
bepaalde periode niet veranderd? Zie het gedeelte over gebruikstijdbeperkingen.
Het pansymbool wordt weergegeven
- Er is een kookzone ingeschakeld en de kookplaat verwacht dat er een geschikte pan of koekenpan
op de kookzone wordt geplaatst (panherkenning). Zodra u een pan op de kookzone zet, wordt de
kookzone voorzien van vermogen.
Het pansymbool wordt nog steeds weergegeven, hoewel ik een pan op de kookplaat heb
gezet.
- De pan is niet geschikt voor inductiekookplaten of heeft een te kleine diameter.
Het led-display voor de gaarinstellingen en de restwarmteweergave licht niet of slechts
deels op.
- Het led-display is defect. Neem contact op met de klantenservice. Er bestaat een risico op ver-
branding, omdat de temperatuurwaarschuwing niet is gegarandeerd.
Het Symbool ¯ of ER03 knippert en er klinkt een korte signaaltoon.
- Overgekookte voedingsmiddelen, kookgerei of andere voorwerpen kunnen ertoe leiden dat de sen-
sortoetsen van de aanraakbesturing voortdurend worden geactiveerd.
Probleem verhelpen: Maak de kookplaat schoon of verwijder het voorwerp van de sensortoetsen.
Druk op dezelfde toets of zet de kookplaat aan en uit om het symbool te wissen.
Wordt de storingscode E2 weergegeven?
- De elektronische regeleenheid is oververhit. Controleer de inbouw van de kookplaat. Controleer of
er voldoende ventilatie is. Zie het gedeelte over bescherming tegen oververhitting. Verhit geen lege
pannen en gebruik geschikt kookgerei.