Tijger en aap op
een veld: aap
terug in eigen
boomhut
Met precies ‘t
juiste aantal
terug in
boomhut?
Noot pakken
Klapperkroko-
dillen: worp van
een ander
wegkapen
Opgelet: als je met een aap meerdere zetten wilt uitvoeren, dan moet
je na het benutten van elk afzonderlijk aantal ogen, een tussenstop
maken. Je moet kijken of het overeenkomstige veld vrij is. Is het niet vrij,
dan kan je de zet ook niet uitvoeren. Dan moet je het resultaat van je
worp over één of meer andere spelfiguren (apen of tijger) verdelen.
De tijger jaagt de apen weg, en wanneer mogelijk natuurlijk de apen van
de andere spelers …
Hij wordt altijd tegen de wijzers van de klok in verzet.
Wanneer iemand in het spel als eerste besluit om de tijger te verzetten, dan
zet hij deze op z’n eigen boomhut. Hier is de start. Nadien blijft hij op het
spelbord staan en wordt overeenkomstig het uitgekozen aantal ogen,
linksom vooruit gezet.
Komt de tijger op een veld terecht waar al een aap op staat?
Deze wordt door hem weggejaagd: de aap moet terug naar zijn
boomhut. Hij mag echter geen kokosnoot pakken, maar moet de ronde
opnieuw beginnen.
• Opgelet: als een aap op het veld terechtkomt waar de tijger staat, moet
hij terug naar z’n boomhut!
•Wanneer je merkt, dat de tijger op een veld terecht zou komen waarop
één van je eigen apen staat, moet je de zet toch uitvoeren!
Om beurten gooit iedereen een keer met de vier dobbelstenen. Dan is
kloksgewijs de volgende speler aan de beurt,
De kokosnoten:
Om één van de kokosnoten van de palmbomen te bemachtigen, moet een
aap zijn boomhut met precies het juiste aantal ogen bereiken.Vervolgens
neemt hij bovendien een klapperkrokodil uit de rivier (als die voorhanden
is) en kan in de volgende ronde weer opnieuw op kokosnotenjacht gaan.
Opgelet: wie zijn aap heeft aangeraakt en vervolgens merkt dat deze zijn
eigen boomhut voorbij zou lopen, moet voor een ander aantal ogen kiezen.
Of anders (als er geen andere zijn) achteruitlopen en wel – uitgaande van
het veld waarop hij in deze ronde stond – naar het eerstvolgende vrije
veld daarachter.
Dit zijn de basisregels voor het verzetten van de spelfiguren.
Maar nu komen die ellendige klapperkrokodillen in het spel!
Met de klapperkrokodillen kunnen de spelers de met de dobbelstenen
gegooide ogen van elkaar wegkapen. Daarom moet iedereen steeds goed
opletten!
17
Spelverloop:
Er wordt kloksgewijs om beurten gespeeld.
Wie als laatste een kokosnoot (of iets anders met kokossmaak) heeft
gegeten, mag beginnen en gooit met de vier dobbelstenen.
De rode dobbelsteen heeft 1 – 3 ogen. Deze bepaalt hoeveel van de drie
houtkleurige dobbelstenen gebruikt mogen worden om de spelfiguren te
bewegen.
Nu kan je een keuze maken:
• Heb je één dobbelsteen tot je beschikking, dan kan je één van je
apen of de tijger verzetten.
• Heb je meerdere dobbelstenen tot je beschikking, dan kan je naar
keuze één van je apen, verschillende apen en/of de tijger
verzetten.
Opgepast! Als je één van de spelfiguren aanraakt, moet je die ook
verzetten!
De apen worden altijd kloksgewijs verplaatst. Ze proberen om zo snel
mogelijk weer hun eigen boomhut te bereiken, want voor elke voltooide
ronde krijgen ze een kokosnoot.
Let op: een aap moet aan het eind van zijn beurt altijd op een vrij veld
terechtkomen.
• Lukt dat niet, dan kan de beurt ook niet worden uitgevoerd.
• Als je al een aap hebt aangeraakt en pas daarna merkt dat je deze niet
kan verzetten (omdat het veld waarop hij terecht zou komen al bezet is),
dan heb je pech gehad en moet je voor straf teruggaan naar het
eerstvolgende vrije veld (Voor lastige uitzonderingsgevallen: zie einde
v/d spelregels).
1 x gooien
Rode dobbelsteen
bepaalt hoeveel
houtkleurige
dobbelstenen
gebruikt worden
= spelfiguren
verzet worden
Apen of tijger
verzetten?
Spelfiguur aange-
raakt? Verplicht
zetten!
Aap moet op vrij
veld landen!
16
rode dobbelsteen = 1 Je mag één houtkleurige dobbelsteen uitzoe-
ken en gebruiken = 1 spelfiguur wordt verzet
rode dobbelsteen = 3 Er moeten 3 houtkleurige dobbelstenen worden
gebruikt = je mag 1 – 3 spelfiguren verzetten