23
Het tapijtvliegen
Het is helemaal niet zo gemakkelijk om met een tapijt te vliegen: dat kan
iedereen je vertellen die het thuis al ‘ns heeft geprobeerd! Het tapijt
wordt met behulp van de blaasbalg in beweging gezet.
• Pak de blaasbalg en houd de punt
van de tuit achter je tapijt.
• Knijp de blaasbalg in: de lucht
wordt via de tuit naar buiten
geperst. Probeer het tapijt met de naar buiten stromende lucht in
beweging te zetten.
• Tracht het tapijt een kleine en een hele grote afstand te laten
“vliegen“.
• Let er op, dat je tapijtvlieger niet omvalt.
Belangrijk: het tapijt mag niet met de punt van de tuit worden
aangeraakt of verschoven!
Spelverloop
Er wordt kloksgewijs om beurten gespeeld.
De speler die bij het “in-de-lucht-springen“ als langste blijft vliegen, mag
beginnen. Kunnen jullie het niet eens worden? Dan begint de jongste
speler: hij is de eerste tapijtvlieger.
De tapijtvlieger
De tapijtvlieger gaat zo meteen proberen om zijn tapijt één van de
bazaarkraampjes binnen te laten vliegen. Hij zet zijn tapijt op een van de
beide startgebieden van het speelbord en pakt de blaasbalg.
De saati
“Saati” is een Arabisch woord. Het wordt als “sa-ati” uitgesproken
en betekent “horlogemaker” of “meester der tijd”.
Kloksgewijs is de volgende speler als eerste de saati. Hij neemt beide
gekleurde dobbelstenen.
Zodra de tapijtvlieger de blaasbalg voor het eerst heeft samengeknepen,
begint de saati met beide dobbelstenen tegelijk te gooien.
De tapijtvlieger en de saati gaan net zolang door:
• tot de saati een doublet (= twee dezelfde kleuren) gooit
• of als er een tapijt in een bazaar is geland.
tapijtvlieger:
speelfiguur en
blaasbalg pakken
linker buurman
= saati, saati gooit
terwijl tapijtvlieger de
blaasbalg samen-
knijpt
NEDELRLANDS
22
Doel van het spel
Het is de bedoeling om vijf geschenken te vinden en te vervoeren.
Wie beschikt over een goed geheugen en kan zijn vliegend tapijt het best
en het snelst door de bazaar sturen?
Spelvoorbereiding
Leg het speelbord in het midden op tafel en bekijk het eens goed:
Plaats de bazaarmuren in de bijhorende uitsparingen van het speelbord:
Er ontstaan zes kleine en twee grote bazaarkramen.
Op ieder geschenkkaartje staat één van de vijf verschillende geschenken
afgebeeld. Sorteer de kaartjes al naargelang hun gekleurde achterkant,
schud ze en leg ze als verschillend gekleurde stapels naast het spelbord
klaar.
Leg de kaartjes met de bruine achterkant in de hiervoor bedoelde uit-
sparingen van het speelbord.
De beide andere stapels worden verdekt naast het speelbord gelegd.
Als er slechts twee spelers meedoen, worden de kaartjes met de oranje-
gekleurde achterkant niet gebruikt en gaan terug in de doos.
Iedere speler kiest een tapijtvlieger uit en zet deze voor zich neer.
Bovendien ontvangt ieder kind de vijf overeenkomstig gekleurde
familiekaarten. Deze moeten worden geschud en door iedereen op een
verdekte stapel voor zich neergelegd. De beide bovenste kaarten worden
omgedraaid en naast de eigen stapel gelegd.
De blaasbalg en de dobbelstenen klaarleggen.
Als er minder dan vier kinderen meedoen, gaan de overgebleven tapijten
en familiekaarten terug in de doos.
De 10 wonderlampen worden alleen bij de variant gebruikt en gaan
eveneens terug in de doos.
5 geschenken vinden
en vervoeren
speelbord klaar
bazaarmuren
opstellen
geschenken naar
kleur v/d achterkant
sorteren
geschenken met
bruine achterkant op
het speelbord
tapijtvlieger en
5 familiekaarten
2 kaarten omdraaien
blaasbal en dobbels-
tenen klaar
bazaarkraam
fonteinen
startveld
startveld