de eerste letterkaart om. Nu moeten alle spelers een begrip noemen res-
pectievelijk vijf woorden opschrijven die onder de omgedraaide categorie
vallen en met de juiste letter beginnen. De kinderen beslissen gezamenlijk
of de categoriekaart na elke speelronde wordt verwisseld of dat de stapel
letterkaarten helemaal wordt opgebruikt met dezelfde categorie.
Tip: De zes bijgeleverde blanco kaarten kunnen worden gebruikt om zelf
eigen categorieën te bedenken en op te schrijven.
49
dige woorden dan het kind dat de ronde beëindigd had, dan krijgt dit kind
de letterkaart. Als meerdere kinderen precies evenveel goede woorden
hebben, wordt de letterkaart uit het spel genomen.
Tip: Om het bestaan en de schrijfwijze van de woorden te controleren kan
bvb. Het Groene Boekje of een woordenboek gebruikt worden.
Tip: Bovendien kunnen zowel bij de basisvariant als bij de uitgewerkte
varianten, de categoriekaarten (beroepen, dieren, instrumenten, fruit,
groente) worden gebruikt.
Deze worden geschud en verdekt op een stapel in het midden gelegd. Het
jongste kind draait de bovenste categoriekaart om. Vervolgens draait het
48