46
4. Druk op de toets opnemen i (6), het geselecteerde nummer wordt
automatisch gekozen.
5. Het symbool i staat op het scherm en de gespreksduur wordt
bijgehouden.
Nummers van de oproeplijst bewerken
1. Druk, in stand-by, op de toets ) (3).
2. U ziet de laatst binnengekomen oproep. Is de lijst leeg, dan wordt de
tekst "OPROEPLIJST LEEG" weergegeven.
3. U kan het gewenste nummer selecteren met de navigatietoetsen
omhoog / omlaag (3) en (7).
4. Druk op de toets MENU (4). Op het scherm verschijnt "OPROEP x
BEWERKEN" en het geselecteerd nummer.
5. De cursor staat net achter het laatste teken. Elk teken links van de
cursor kan gewist worden met de veegtoets X. U kan de cursor
verplaatsen met de navigatietoetsen, tekens vegen met de veegtoets X
en nieuwe tekens invoeren met het klavier.
Wanneer u de veegtoets X (12) iets langer ingedrukt houdt, wordt het
hele telefoonnummer ineens geveegd.
Nummer van oproeplijst naar telefoonboek transfereren
1. Druk, in stand-by, op de toets ) (3).
2. U ziet de laatst binnengekomen oproep. Is de lijst leeg, dan wordt de
tekst "OPROEPLIJST LEEG" weergegeven. U kan het gewenste num-
mer selecteren met de navigatietoetsen omhoog / omlaag (3) en (7).
3. Hou de toets
B ingedrukt tot de vraag naar de naam op het scherm
komt, onder dewelke het nummer moet opgeslagen worden in het
telefoonboek: "NAAM INVOEREN". Het symbool ) staat op de
symbolenlijn.
4. Geef de naam in met de alfanumerieke toetsen en bevestig de invoer
met de OK - toets (6).
5. De ingevoerde naam en het telefoonnummer worden opgeslagen in het
telefoonboek.